118
De openbaarheid, hierboven bedoeld, is hier te lande ingevoerd
door vaststelling van een Overschrijvingsordonnantie, waarin als
grondbeginsel is bepaald,, dat alle bewijzen van „eigendom" en over
gang van onroerende goederen moeten worden verleden voor bepaalde
overschrijvingsambtenaren en wel op straffe van nietigheid bij ver
zuim daarvan.
De overschrijvingsambtenaar moet zich doen overleggen en onder
zoeken alle bewijzen van gerechtigheid, om tot de in- of overschrijving
over te gaan.
Ik kan in dit bestek niet uitwijden over de verschillende stelsels,
die hierbij te pas komen en waarbij de „passieve" dan wel „actieve"
taak van den overschrijvingsambtenaar met betrekking tot zijn „onder
zoek" aan de orde zijn. Men spreekt daarbij van positieve- en nega
tieve stelsels en van gematigde tusschenstelsels. Nog minder ben ik
bevoegd terzake een oordeel uit te spreken.
Nochtans kunnen hier wel enkele vrij algemeen erkende begin
selen ten aanzien van een wenschelijke Inlandsche grondenregistratie
worden vermeld.
Vooreerst neemt men algemeen aan, dat een grondrecht-boek
houding gebaseerd dient te zijn op een deugdelijke gronduitmeting
(kadaster).
Voorts heeft de Overheid zich op het stuk van zekerheidstelling
te richten naar de behoeften van de bevolking. Nochtans kan bezwaar
lijk veel waarde worden toegekend aan een registratie, welker nauw
keurigheid geheel afhankelijk is van de min of meer betrouwbare in
lichtingen van dessa-besturen en die verder gebaseerd zijn op „over
zichtskaarten" en niet op meetbrieven. Vooral 111 de steden, waar de
omstandigheden sterk verschillen met die te platten lande, zal men
hoogere eischen moeten stellen.
Wat de „openbaarheid" van rechtsoverdragingen van Inlandsch
bezit via een gerechtelijke inschrijving betreft, daartegen hebben som
mige deskundigen bezwaar, omdat men vermeent dat deze vorm van
rechts verkrijging te vreemd zou zijn voor de bevolking, omdat zoo
betoogt menkoop en levering voor het rechtsgevoel van den In
lander één rechtshandeling is, zoodat hij niet zou vermogen te vatten,
dat de levering eerst ontstaat door openbaarmaking van een in voor
geschreven vorm opgemaakte acte.
A. Jonkers in zijn tevoren aangehaald artikel in „Locale Techniek".
Zie ook het jaarboek van den Topografischen Dienst 1922, blz. 50 e.v.