123 ving is cn welke moeilijkheden zich voordoen bij de beleeningen e.d. de Gemeente koopt een Inlandsch perceel, doch naderhand blijkt dat het perceel beleend was; hetgeen nergens was na te gaan. Terecht kan men zich daarom afvragen, waarom men geen In landsch Kadaster heeft ingesteld. De beantwoording van deze vraag vindt zijn oplossing in de om standigheid, dat het gebied, waarover het gaat, geweldig groot is, zoo dat de instelling van een dergelijk instituut over geheel Nederlandsch- Indië, of zelfs maar over Java, niet alleen zéér veel tijd zou vereischen, maar tevens bijzonder kostbaar zou zijn. Naar het spreker voorkomt is dit echter geen reden om geen begin te maken met de gebieden van de grootere bevolkingsdichtheid, de steden. In den Volksraad werd op 27 Juli 1927 de motie Kiès aangeno men en in de jaren 1938 en 1939 drongen enkele leden van den Volksraad wederom aan op de instelling van een Inlandsch Kadaster. De Regeering zegde een proefneming toe in enkele stadsgemeenten, doch tot uitvoering is men nog steeds niets gekomen. Blijkbaar is er dus op dit punt van Regeeringswege weinig hulp te verwachten en der halve moeten de stadsgemeenten zelve wel het initiatief nemen tot het instellen van ,,Inlandsche Kadasters". Men dient dit allerminst te zien als een uiting van begeerigheid van de stadsgemeenten om ook deze taak tot zich te trekken. Men kan het er over eens zijn, dat het hier eigenlijk de taak van een Landsdienst betreft, het Kadastermaar die taak wordt niet vervuldEn daarom zullen de stadsgemeenten de zaak zelf moeten regelen, zooals de Decentralisatie al vaker zaken heeft geregeld, welke de Centrale Overheid niet wenschte te entamee- ren. Mocht de Dienst van het Kadaster verklaren, dat van die zijde binnen afzienbaren tijd in alle stadsgemeenten het Inlandsch Kadaster zal worden ingevoerd, dan zullen de gemeenten deze taak gaarne aan den Landsdienst willen overlaten. Zoolang dit echter niet het geval is, moet de stadsgemeente wel trachten zichzelf te helpen. Nu doet de vraag zich voor, of de stadsgemeenten een eigen Inlandsch Kadaster kannen invoeren. Ter beantwoording van deze vraag dienen de beraadslagingen van heden, waartoe het ingediende prae-advies een inleiding wil zijn. Het valt niet te ontkennen, dat tegen een gemeentelijk Inlandsch kadaster verschillende bezwaren aangevoerd kunnen worden, doch deze kunnen zeker overwonnen worden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 51