127 zeker is in staat werk te leveren van elke gewenschte nauwkeurig heid. Het is dus vóór alles noodig die nauwkeurigheid te bepalen. Ver schillende factoren spelen daarbij een rol. Ie. de duurzaamheid van het recht. 2e. het aantal bijhoudingsmetingen. 3e. de waarde van den grond in het handelsverkeer, en nog andere. Zijn deze factoren eenmaal alle onder de oogcn gezien, dan blijft nog steeds het vaststellen der gewenschte nauwkeurigheid. Men spreekt wel van „minder nauwkeurig" e.d. doch geeft nooit aan hoeveel min der de nauwkeurigheid moet zijn. De heer Van Lissa Nessel noemt als voorbeeld een 1 procents nauwkeurigheid. Wat bedoelt hij daarmee? 1% in de oppervlakte, 1% van de lengten? Stelt men zich een perceel voor van 10 bij 10 m, dan sluit dat in, dat aan weerszijden de grenzen 10 cm onnauw keurig mogen zijn. Dit impliceert al een vrij onnauwkeurige opname, speciaal waar de perceelen waar het hier om gaat in het algemeen klein zullen zijn. Men moet er echter tevens rekening mee houden, dat vele dezer perceelen zullen grenzen aan met een Westerschen titel bezetten grondstukkenen is dit geval lijkt het onlogisch veel onderscheid in meetnauwkeurigheid te maken. Bovendienis het economisch en logisch verantwoord binnen de gemeenten groote verschillen te maken t.a.v. de Europ. en de Inl. rechten Economisch niet, naar het voorkomt, omdat de handelswaarde weinig verschillen vertoont, logisch niet omdat juist in de gemeente een zelfde grens dikwijls zal dienen voor eigendoms- en bezitperceel en het lastig zal zijn die grens te meten met tweeërlei nauwkeurigheid. Dit alles betreft de opzet. Nog voorzichtiger moet men zijn m.b.t. de bijhouding. Goed op gezette kadasters kunnen door een slechte bijhouding van de objecten volkomen te gronde gaan. Ik wil hier wijzen op het Fransche Kadaster, dat goed opgezet doch niet technisch bijgehouden, thans de naam ka daster nauwelijks meer waardig is. Vermeden moet dan ook worden, dat men aan het technische personeel, benoodigd voor de bijhouding, lagere eischen gaat stellen dan aan de technische krachten die voor den opzet zorgden. Vóór alles moet naar volkomen continuïteit in de werkzaamheden gestreefd worden. De organisatie. Is een gemeentelijke organisatie gewenscht? Ik wil aannemen,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 55