134
11c conclusie:
Omtrent de 11e conclusie wil ik geen direct oordeel uitspreken,
doch wel wil ik waarschuwen voor te veel optimisme. De kosten ver
bonden aan de registratie, voor het geval de gemeente deze taak op
zich neemt, zouden wel eens leelijk kunnen tegenvallen. Men moei
niet te licht denken over de taak van een ambtenaar die met de in-
cn overschrijving is belast.
12c conclusie:
Uit deze conclusie zou men kunnen opmaken, dat de heer Van
Lissa Nessel t.a.v. de grondrechtboekhouding een soort van Torrens
stelsel voorstaat. Inderdaad verdient een dergelijk relatief-positief
stelsel voor de registratie van Tnlandsche gronden ten zeerste aan
beveling.
De heer A. B. C. PaulsenHoofd van het Kantoor Metingen en
Inlandsch Kadaster te Solo, deelt mede, dat hij slechts kort voor het
Congres van den Rijksbestuurder te Solo de opdracht ontving om
het Congres bij te wonen. Spreker was dus niet in de gelegenheid om
de stof nauwkeurig te bestudeerenhij wil daarom volstaan met een
korte toelichting, welke werkwijze te Solo wordt gevolgd, in den hoop,
dat dit tot leering moge strekken voor de lichamen, die een Inlandsch
Kadaster willen inrichten.
Te Solo heeft men een eigen polygoonnet met circa 7.000 punten,
dat vastgelegd is aan het net van den Topografischen Dienst. Basee
ring op vaste punten van het Kadaster bleek niet mogelijk, aangezien
geen enkel polygoonpunt van het Kadaster is terug te vinden. Het
polygoonnet is thans geheel gemeten en wordt een aanvang gemaakt
met de perceelmetingen. Voordat men hiermee kon beginnen moest
men eerst de zekerheid hebben, dat de juiste aanwijzing der perceel
grenzen naar behooren is geschied. Hiermee werd een kadaster-com-
De kosten van een gronclregistratiebureau voor Inlandsch bezitsrecht
leveren geen financieel bezwaar op voor de gemeenten. (De betrekking van
hoofd ervan kan in kleinere ressorten als nevenfunctie worden vervuld, mits
onpartijdigheid verzekerd zij).
Een gematigd-positief tusschenstelsel van grondrechtboekhouding voor
Inlandsch bezitsrecht schijnt aanbevelenswaardig. Daarbij zijn zekere waar
borgen tegen onrechtmatige overschrijvingen gewenscht evenwel behoeven
deze niet te leiden tot absolute bewijskracht.