146 Spreker is dankbaar voor het gedeelte van het betoog van den heer van Huls, waarin deze argumenten aanvoert, dat het veel beter zou zijn, indien niet de Gemeente, doch de Dienst van het Kadaster deze geheele materie tot zich trok. Spreker zou er ook geheel mee accoord gaan, indien het Kadaster zich op dit gebied zou gaan bewegen. Als dit maar gebeurde! Om deze reden heeft Inleider in zijn 3de conclusie het woordje ,,zou", dus de voorwaardelijke wijs gebruikt. Doch de Regeering wil er blijkbaar niet aan. Dit is wel gebleken uit de mededeelingen van den Directeur van Binnenlandsch-Bestuur in den Volksraad op 16 Augustus 1939, waarvan prae-adviseur enkele deelen van het stenografisch verslag voorleest De Regeering kan, aldus dit verslag, de instelling van een Inlandsch Kadaster ,,niet met zekerheid in uitzicht stellen". Als de Regeering dus niet geneigd is ertoe over te gaan, zal het noodig zijn, dat de Gemeenten deze zaak zelf entameeren. De heer van Huls heeft (3de conclusie) ontkend, dat de invoering van een Inlandsch Kadaster onder Justitie" zeer lang zal duren. Dit klopt niet met de opvattingen der Regeering in den Volksraad. En al ware het zoo, als de heer van Huls beweerde, dan vraagt spreker: waarom gaat men er dan niet toe over? De idee van den heer Paulsen, om een kadastrale meetdienst van een Gemeente zich te doen uitstrekken ook over andere bevolkings centra in de omgeving, moge te Solo mogelijk en wellicht ook wel aangewezen zijn, omdat daar alles binnen het Sultanaat Soerakarta valt, bij de Gemeenten is dit volgens spreker niet wel mogelijk. Wat de door prae-adviseur vermelde tarieven betreft, heeft de heer van Huls opgemerkt, dat deze voor zeer groote perceelen hooger zijn dan die van het Kadaster; het gaat hier echter niet om de weinige groote perceelen, maar juist om de vele kleine. Voor deze perceel grootten is het Kadaster te duur; de minimumprijs van 21.50 moet naar beneden gebracht worden. De heer van Huls zegt wel, dat verlaging van de minimum-grens in den maak is, maar voorloopig merkt men daarvan nog niets. Bij de bespreking van de 6de conclusie heeft de heer van Huls nog gezegd, dat die conclusie een contradictie inhoudt, omdat de In leider zoekt naar merkteekens, welke èn zeer goedkoop èn nochtans duurzaam en moeilijk verplaatsbaar zijn. Volgens den heer van Huls zouden zulke merkteekens niet te vinden zijn. Inleider wijst er echter op, dat diezelfde debater in zijn daarop volgenden zin zelf verklaarde: ,,dat het wel mogelijk zal zijn om een merkteeken te vinden, waarvan Zie „Locale Techniek", 1940, No. 2, blz. 96.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 74