79
46. Het is duidelijk, dat een tarief verlaging over de geheele linie
momenteel niet wenschelijk, althans niet verantwoord is. Bij een
tariefherziening ware derhalve voorop te stellen, dat de te verwachten
totale opbrengst een aanvaardbare verhouding t.o.v. de uitgaven moet
blijven vertoonen. Met inachtneming van dit beginsel zou het tarief
in dier voege verbeterd kunnen worden, dat de repartitie der hef
fingen op de meest billijke en practische wijze kan worden geregeld.
Is eenmaal een zoodanig op de ervaring gebaseerd systeem tot
stand gekomen, zoo kunnen vanzelfsprekend tijdsomstandigheden
ook in de naaste toekomst nopen de tarief normen daaraan pas
send te maken (hoogconjunctuur, malaise enz.) doch eerst nadat
omtrent een zekere periode reëele cijfers zijn verkregen, zou beoor
deeld kunnen worden, of t.a.v. het ontworpen tarief schema een crisis
toeslag of -korting noodzakelijk moet worden geacht, en welke ver
richtingen voor zoodanigcn tijdelijken maatregel in aanmerking komen.
Repartitie der retributies.
47. De kadastrale taak ten aanzien van een zakelijk recht begint
feitelijk reeds, vóórdat het tot stand is gekomen; de toekomstige ver
krijger heeft namelijk vooraf een meetbrief noodig en is daarvoor
verplicht zich tot het Kadaster te wenden. Zoodra het zakelijk recht
gevestigd is, blijft de kadastrale taak (instandhouding en bijhouding
der kadastrale plans en registers) onafgebroken voortgang vinden, ook
al zouden de rechthebbenden zich verder van elk contact met het
Kadaster willen onthouden.
Het is duidelijk, dat de retributie voor het kadastrale werk niet
uitsluitend gebaseerd mag zijn op de „ontstaanskosten" meetbrief-
kosten) van het zakelijk recht, doch dat daarbij ook nog gelet moet
worden op de geldelijke consequenties, welke aan de verdere kadas
trale werkzaamheden verbonden zijn.
48. Gelegenheid tot het heffen van de kadastrale retributie kan
slechts bestaan op de tijdstippen, dat de zakelijk rechthebbenden wet
telijk verplicht zijn zich tot het Kadaster te wenden ter bekoming van
wettelijk voorgeschreven kadastrale stukken. Ten aanzien van de
gevallen, waarbij het contact tusschen den zakelijk rechthebbende $n
het Kadaster beperkt blijft tot de aanvraag van den meetbrief, is het
billijk, de retributie het karakter te geven van een „heffing ineens".
Anders wordt de situatie evenwel, zoodra een herhaaldelijk con
tact tusschen rechthebbenden en het Kadaster onvermijdelijk is, en
ten aanzien van het zakelijk recht telkenmale kadastrale stukken moe-