160 Wordt dat overleg altijd gepleegd, dan kan men zich veel kosten be sparen en het Kadaster veel extra werk. De 3e vraag: „En aan wie behoort nu de plusminus een meter breede strook grond, die tusschen de middelpunten der beide grenspalen gelegen is?" Deze vraag is slechts incidenteel te beantwoorden aan de hand van den meetbrief. Ik memoreerde de vorige maal reeds, dat de ordonnantie jammer genoeg niet voorschrijft, dat de merkteekenen op de grens moeten staan, d.w.z. dat ze zoo geplaatst moeten worden dat de grens door het midden der merkteekenen loopt. Het gevolg van deze leemte is, dat men thans ook al weer omdat voorafgaand overleg met het Kadaster meestal ontbreekt de merkteekenen maar ergens plaatst, ergens, waar ze wel niet te ver van de grens zullen afliggen. Ze dienen dan niet meer om dc grens aan te duiden, doch' slechts om deze vast te leggen. De grens wordt er aan vastgemeten en de afstanden van dc grens tot de merkteekenen blijkt dan uit de cijfers op den meetbrief. De door den vrager bedoelde strook kan dus zoowel aan de eenen als aan de anderen eigenaar of gedeeltelijk aan den eenen en gedeeltelijk aan den anderen toebehooren. De 4e vraag: „Het is me bekend dat het Kadaster dispensatie kan verleenen van deze betonnen olifanten, mits deze gevaarten op een helling staan en dus gevaar opleveren voor de omgeving. In dat geval kan men volstaan met een ijzeren buis, van een bescheiden doorsnede, ik meen 3^4 cm, welke een meter diep in den grond gehamerd wordt en er 30 cm bovenuit steekt. Zou het geen aanbeveling verdienen dit systeem algemeen te maken, zoodat men dus voor komt dat men rijdende over den provincialen weg Buitenzorg-Tjiandjoer een kadastraal blokgevaarte op zijn hoofd krijgt, dat erfingangen worden versperd en bouwterreinen worden ontsierd Daarop zou ik het volgende willen antwoorden De ordonnantie laat inderdaad de mogelijkheid open om, indien de ge steldheid van den bodem daartoe aanleiding geeft dispensatie te verleenen. Die verleening geschiedt door het Hoofd van Plaatselijk bestuur na overleg met het Kadaster. Het is echter de taak van den belanghebbende om daarom te verzoeken. Plaatst deze toch de normale palen, dan ligt het geenszins op den weg van het Kadaster hem op het minder wenschelijke van die ver zekering te wijzen. Dc grensverzekering is hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt in eerste instantie een bestuursaangelegenheid. Acht men dus een paal gevaarlijk voor dc omgeving, men wende zich tot het Binnenlandsch Bestuur. Het Kadaster heeft daaromtrent niets te vertellen. De eenige taak die het Kadaster heeft en die is nog niet eens uitdrukkelijk vermeld in dc ordonnantie is om alvorens gemeten wordt, na te gaan of er voldoende palen staan en of deze voldoen aan de voorschriften. Daarmee houdt dc zorg van het Kadaster op. Het onderhoud van de merkteekens is opgedra gen aan den belanghebbende en het toezicht op dat onderhoud weer aan het Binnenlandsch Bestuur.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 88