81
Dit differentiatiebeginsel ware 0111 bo venuiteengezet te redenen
principieel te bestendigen. Opgemerkt moge nog worden, dat in de
ordonnantie van 1926 er voor gezorgd is, dat de meetbrief kosten voor
kleine en groote perceelen vloeiend in elkander overgaan, zoodat een
kleine overschrijding van de grensoppervlakte van 10 bouw, niet met
een onevenredige stijging der heffing gepaard gaat. Uiteraard ware
zoodanig continu verloop bij tariefherziening steeds te handhaven.
Drievoudig beginsel der repartitie.
52. Zooals bereids naar voren werd gebracht, is de kadastrale
taak voornamelijk gebaseerd op de afgifte van meetbrieven, land
meterskennissen en certificaten 27). Alles bij elkander genomen, dra
gen deze kadastrale verrichtingen nu eens een technisch en dan
weer een registratief karakter, terwijl daarenboven nog administratief
werk verbonden is aan de opmaking der uit te reiken stukken.
Bij het repartitievraagstuk ware derhalve voor oogen te houden,
dat het retributiebeginsel op drievoudigen grondslag zal moeten rusten.
In het kadastraal tarief moeten, naar omstandigheden, retributies ver
werkt zijn voor:
a. het registratieve werk c.a. (voortdurende kadastrale taak, d.i. bij-
houding en instandhouding der kadastrale plans en registers)
b. het administratieve werk c.a. (opmaking der uit te reiken stuk
ken)
c. het meetwerk c.a. (technische verrichtingen voor de uit te reiken
stukken).
53. Ten aanzien van zakelijk rechten, waarvoor slechts de uit
reiking van één enkel kadastraal stuk den vestigingsmeetbrief
wordt verwacht, zal bij de heffing met alle drie in punt 52 genoemde
grondslagen rekening moeten worden gehouden.
In de overige gevallen d.i. waarbij de opmaking van den meet
brief naderhand gevolgd zal worden door de afgifte van landmeters-
kennissen of certificaten zal de heffing anders geregeld moeten
worden. Ten aanzien van het vestigingsstuk (den meetbrief) behoeft
alsdan niet het volle bedrag der registratieve retributie (punt 52 sub a)
te worden gevorderd, aangezien er bij de nader uit te reiken docu
menten ook nog gelegenheid zal bestaan, 0111 de zakelijk rechthebben
den in evenbedoelde retributie te doen bijdragen. 28)
27) Zie punt 32 en de eerste alinea van punt 33.
28) Zie punt 48.