173
Art. 4 van dit staatsblad, dat nog steeds bestaat, bepaalt dat de
uitgifte van gronden in huur o.m. niet plaats heeft vóórdat ze van
Gouvernementswege zijn opgenomen en, voor zooveel de plaatselijke
omstandigheden dit vereischen, zijn opgemeten en in kaart gebragt.
Als we Toewater 1opslaan en daarin als eerste voorbeeld een
meetbrief aantreffen, betrekking hebbende op ,,een stuk woeste grond
in huur aangevraagd door dan mogen we aannemen, dat
in het algemeen van de perceelen, uitgegeven met het recht van huur
op den voet van voormeld K.B., meetbrieven werden vervaardigd.
Bijzonder treft de zinsnede van de omschrijving: „ln de punten a,
g, h en q zijn limietsteenen geplaatst". (Bij het voorbeeld is een tee-
kening, waarin alle grensknikpunten met letters zijn aangeduid.)
Hoewel het gebruik van grenspalen niet wettelijk was voorge
schreven, blijkt hier duidelijk dat het toch zij het mogelijk niet
algemeen toepassing vond.
In 1870 kwam er een heele ommekeer in de agrarische politiek.
De groote landbouwnijverheid hacl op den duur niet voldoende aan
het weinig zekerheid gevende recht van huur en de tevens bestaande
mogelijkheid om contracten met de bevolking te sluiten aangaande
de levering van gewassenzij wilde onafhankelijk zijn.
De Agrarische wet, waarbij aan artikel 62 van het Regeerings-
reglement 5 leden werden toegevoegd, bracht de zoo zeer gewenschte
oplossing. Bij artikel 1 van die wet werd de regeering uitdrukkelijk
gemachtigd tot het afstaan van gronden (uit het 3e artikel blijft dat
het „woeste" gronden moeten zijn) in erfpacht voor hoogstens 75
jaar. Deze afstand werd nader uitgewerkt in het K.B. van 1870
(S. 1870-118), het zg. agrarisch besluit dat alleen voor Java en Ma-
doera geldt. Van den aanvang af heeft de wetgever het standpunt
ingenomen, dat geen uitgifte zal plaats hebben zonder voorafgaande
opmeting en inkaartbrenging door het Gouvernement (artt. 9 en 16).
In de erfpachtsinstructie van 1872 (S. 237b) en ook in de latere
instructies werd nog eens extra de nadruk gelegd op de overlegging
van een meetbrief, als voorwaarde voor de inschrijving van het recht.
1874 scheppen van de nieuwe mogelijkheden om gedurende een
lange periode over gronden de beschikking te hebben leidde in 1874
tevens tot een aanvulling der grensverzekeringsvoorschriften. Het
Gouvernement, dat zich thans in de uitoefening van zijn eigendoms-
P. M. Toewater, Iets over het Kadaster in Nederlandsch-Indië, uitgave
1867, blz. 86.