182 Principieele wijziging in de grensverzekering bracht ook deze ordonnantie niet. Ook hier betrof het slechts gronden, waarbij de be langen van het Gouvernement direct betrokken waren en was van merkteekens alleen sprake voor zoover de vaste punten, bedoeld in art. 7 van S. 1837-3 niet aanwezig waren en de perceelen niet op een blokkaart voorkwamen. Daar het in de bedoeling lag alle blokkaarten door kadastrale kaarten te vervangen, werden ook deze genoemd. Hoewel de artikelen 1 en 2 iets nieuws brachten, gaan we ze toch stilzwijgend voorbij, daar ze met ons onderwerp nauwelijks in verband staan. Slechts worde gewezen op de inmenging van het Bin- nenlandsch Bestuur, in zooverre dat het hoofd van plaatselijk bestuur voorkennis moest hebben van het uitkappen der meetpaden. Art. 3. In het gemis van vaste punten, als bedoeld in artikel 7 van Staatsblad 1837 No. 3, wordt voorzien door het stellen van steenen merk- teekenen, bestaande uit gemetselde pilaren van minstens zes decimeters hoog boven den grond, vijf decimeters in het vierkant en staande op eene in den grond gemetselde fundeering van vier decimeters hoog en zeven deci meters in het vierkant. Deze pilaren moeten, overeenkomstig de daarvan op den meetbrief te geven nummers, op eene duurzame wijze genummerd worden. Als regel wordt aangenomen, dat, voor het vastleggen der grenzen, vol doende zijn, voor perceelen van 10 bouws en minder 2 pilaren boven de 10 tot en met 100 bouws 3 Belanghebbende moeten zorg dragen, dat één of meer geschikte werk lieden met de benoodigdc materialen voor den bouw van het voorgeschreven aantal pilaren tijdens de opmeting op het perceel aanwezig zijn. Waar metselsteenen niet of moeilijk verkrijgbaar zijn, kunnen ook bcrg- of keisteenen dienen. Minstens 14 dagen te voren doet de landmeter mcdedeeling van den dag, waarop met de opmeting een begin zal worden gemaakt. Art. 4. De plaatsing der merkteckenen geschiedt door de zorg en op kosten van den aanvrager op aanwijzing van den landmeter en gedurende de opmeting. Art. 5. De verkrijger van den grond is verpligt die merkteekenen in behoorlijken staat, ter beoordeeling van het plaatselijk bestuur, te onder houden, op verbeurte eener boete van vijf en twintig gulden per pilaar. Bij verzuim wordt door bedoeld bestuur op kosten van den nalatige in dat onderhoud voorzien. 100 300 500 750 1000 6 7 8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 23