191
107. Met betrekking tot de registers dienen dezelfde voorzorgen
tegen achteruitgang of bederf te worden getroffen, als t.a.v. de ka
dastrale plans noodzakelijk zijn geacht. Vooral met de teekeningen in
de meetbrief registers 114) moet bijzondere voorzichtigheid worden
betracht.
Gelegenheid tot het door den kadastralen dienst schriftelijk doen
vastleggen van den inhoud der kadastrale bescheiden zou ook hier in
het leven geroepen kunnen worden tegen de in punt 106 aangehaalde
vergoeding van 0.50 per kwartier 115).
108. De schriftelijk neer te leggen informaties of gegevens, als
bedoeld in de punten 106 en 107, dienen scherp gescheiden te worden
van de wezenlijke extracten uit- en wezenlijke afschriften van de
kadastrale bescheiden 116). Laatstbedoelde documenten, die door het
Hoofd van het Kadasterkantoor van een gedagteekende waarmerking
moeten zijn voorzien, vereischen bijzondere zorg en nauwgezette veri
ficatie, zoodat de tariefmaatstaf daarvoor anders moet zijn dan die
voor de eerstgenoemde verrichtingen.
Voorshands zou voor de zvezenlijke extracten en afschriften het
tarief 1926 gehandhaafd kunnen blijven 117), terwijl naderhand na-
114) De ten kadasterkantorc aangehouden en tot bundels vereenigde exem
plaren der uitgereikte meetbrieven, landmeterskennissen en certifi
caten zijn „bij wijze van minuut" opgemaakt. Onder „afschriften" van
genoemde stukken worden verstaan de naderhand aangevraagde uit te
reiken exemplaren, die voor de reeds uitgereikte stukken in de plaats
moeten of kunnen treden. Alle overige gewaarmerkte geschriften, die
een al dan niet volledige weergave van den inhoud der registers voor
meetbrieven, landmeterskennissen en certificaten vormen, worden
„extracten" uit bedoelde registers genoemd.
115) Uiteraard is het eigenhandig opschrijven van den inhoud der registers
toegestaan, met dien verstande evenwel, dat van de in de registers
voorkomende teekeningen slechts losse afteekeningen mogen worden
gemaakt. De voetnoot 113 is hier op overeenkomstige wijze van toe
passing.
116) Zie den laatsten zin van voetnoot 111 zoomede de voetnoot 114.
117) In 3 lid (7) van het tarief 1926 wordt gesproken van „schriftelijke
inlichtingen of verklaringen", waarvoor een toeslag v^.n 2.wordt
geheven boven het inzagetarief. In wezen en strekking is zoodanig
geschrift identiek aan of op één lijn te stellen met een afschrift
of extract, ontleend aan de kadastrale registratie, ten aanzien waarvan
evenwel in 4 speciale tarieven zijn gespecificeerd. Merkwaardig is
het, dat genoemde heffingen niet altijd aan elkander gelijk zijn; een
dergelijke tariefdubbelzinnigheid dient te worden opgeheven.