196
Landmeterskennissen en certificaten.
116. Met betrekking tot de landmeterskennissen zullen het hef
fingssysteem en de tariefschaal, waaromtrent in 2 leden (1) en (3)
zoomede in de laatste zinsnede van 6 van het tarief 1926 voorschrif
ten zijn gegeven, onveranderd blijven 132).
Voorts zullen de heffingen voor landmeterskennissen gelijk moe
ten zijn aan die voor certificaten 133), zoodat het bepaalde in 3
lid (8) van genoemd tarief dient te vervallen.
De te handhaven tarief voorschriften vereischen ten slotte nog
aanvulling t.a.v. het speciale geval, waarbij ten behoeve van eenzelfde
overschrijving zoowel een landmeterskennis als een certificaat ver
plichtend wordt gesteld 134).
Meetbrieven.
117. De tariefschaal voor de meetbrieven dient te worden in
gericht overeenkomstig het schema van punt 100. De bepalingen van
2 lid (1) van het tarief 1926 dienen derhalve in den zin van ge
noemd schema te worden omgewerkt, terwijl uiteraard de regelingen,
vervat in 2 leden (3) en (4) van genoemd tarief zullen worden
gehandhaafd 135).
132) Zie het slot van punt 58. Volledigheidshalve volgt hieronder de zeer
eenvoudige tariefschaal, gebaseerd op de waarde van het onroerend
goed, dat het onderwerp vormt van de in de landmeterskennis om
schreven rechtsovergang.
Bij een waarde van minder dan 1000.tarief 5.
vanaf 1000.— tot 5000.—, 10.—
5000.— 10000.—, 15.—
10000.— 15000.—, 20.—
voor elke 5000.of gedeelte daarvan meer, 5.daarboven, tot
een maximum van 250.per landmeterskennis.
Bij ruiling van perceelen of pcrceelsgedeelten wordt het tarief op de
helft teruggebracht.
133) Zie punt 61.
134) Blijkens punt 62 wordt in zoodanig geval het landrneterskennistarief
op 5.gesteld.
135) Lid (3) houdt het principe in, dat t.a.v. perceelen grooter dan 10 bouw
de koelieloonen e.d. ten laste komen van belanghebbende. Zie punt 76.
Lid (4) schrijft voor, dat een voor het Land voordeelige keuze moet
worden gedaan uit het oppervlaktetarief en het tarief naar den waar-
dcgrondslag. Zie punt 27.