198 tariefbepalingen omtrent de in punt 112 bedoelde verrichtingen, welke in de leden (2) en (5) van 2 van genoemd tarief zijn opgenomen, zullen vervallen. Heffing naar den hoogst en maatstaf. 120. Evenals in de ordonnantie van 1926 ware als waarcle- grondslag van het retributiesysteem het hoogste bedrag te kiezen, dat gevormd wordt door de verpondingswaarde, de verkoopwaarde, den koopprijs of de kadastrale taxatie 148). Evenzoo zal het noodzakelijk zijn, om laatstgenoemde taxatie alsook de verkoopwaarde te berekenen als vollen en on bezwaarden eigendom, ongeacht de zakelijke rechten, die op de betreffende grondstukken gevestigd zijn 144). Bestendiging van deze gedragslijn, welke in 7 van het tarief 1926 is voorgeschreven, is alleszins gewenscht, vooral ook omdat het kadastraal salaris slechts een bescheiden deel uitmaakt van de wezen lijke kosten, die de instandhouding van het Kadaster vereischt 145), en een lagere maatstaf het Landsaandeel in die kosten vergrooten zou 146). 143) Zie punt 9. 144) ï)c salarissen zijn, volgens het retributiesysteem, vergoedingen voor de instandhouding van het Kadaster. De verrichtingen voor deze in standhouding, die een overwegend technisch karakter dragen, zijn on afhankelijk van den aard van het recht; ook de registratiewerkzaam heden zijn voor alle zakelijke rechten gelijksoortig. 1 )c onkosten, die de technische verrichtingen met zich brengen, hangen nauw samen met de uitgestrektheid van het perceel, en zijn dus even redig aan de pcrceelswaarde. Voorts vereischen metingen van dure gronden hoogerc nauwkeurigheid en gaan zij met gecompliceerd en langdurig meet-, bereken- en kaarterwerk gepaardmet de waarde van het object nemen ook de instandhoudingskosten toe. Zoowel het een als het ander wijst er op, dat alleen onderlinge waarde verhouding maatstaf kan zijn voor de heffingen. Voor alle grondstuk ken moet derhalve een algemeene waardenorm worden gekozen, die den grondslag moet vormen van de heffingen, en de keuze is gevallen op het volle en onbezwaarde eigendomsrecht. 145) Zie de slotalinea van punt 21. Het gedeelte, dat door het publiek be taald wordt, bedraagt zooals de bijlagen I en 11 doen zien ge middeld nagenoeg 1/-j of ongeveer 30%. 146) Onbebouwde waardevolle perceelen zijn in de verponding tot minieme bedragen aangeslagen, terwijl de opgegeven koopprijzen niet altijd in overeenstemming met de feiten zijn gebleken. Een verlating van het systeem van heffing naar den hoogsten maatstaf zou derhalve niet in de lijn van een billijk retributiebeginsel liggen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 39