203
en inlichtingen althans de eerste jaren tot een lager bedrag
terugloopen 160).
De inkomsten, die uit „andere werkzaamheden" voortvloeien kun
nen buiten beschouwing worden gelaten, aangezien zij als „meevallers
moeten worden beschouwd en daarop door het Land geen verlies
wordt geleden 161).
126. Zooals in punt 125 is uiteengezet, zal de invoering van het
ontworpen retributiesysteem ten gevolge hebben, dat het meerendeel
der heffingen naar gelang van den aard der verrichtingen nu
eens op een lager- dan weer op een hooger niveau wordt gebracht162).
Veilig kan evenwel worden aangenomen, dat de kadastrale inkomsten,
in totaal genomen, geen- of slechts een onbeduidende wijziging zul
len ondergaan.
160) Sedert 1934 bedragen de gezamenlijke heffingen voor inzagen en in
lichtingen gemiddeld 10600.per jaar. Veiligheidshalve ware aan
te nemen, dat door de invoering van de ontwerp-ordonnantie deze
inkomsten tot de helft zullen worden gereduceerd, alzoo tot f 5300.
Zie het slot van punt 35 en den eersten zin van punt 105.
161) Zie de punten 36 en 119.
De jaarlijksche opbrengst der meetkundige verrichtingen als bedoeld
in punt 112 beloopt sedert 1934 gemiddeld 2000.met de extreme
bedragen van 1200.en 2900.
Tot de „andere werkzaamheden" in den zin der ordonnantie 1926
behoort de afgifte van meetbewijzen, waarvoor een speciaal uitgewerkt
tarief is vastgesteld; de betreffende ontvangsten zijn gemiddeld
1300.per jaar, varieerende tusschen de grensbedragen van 300.
en 2100.—
Sedert medio 1938 is een aanvang gemaakt met de opmaking van
schetskaarten ten behoeve van het grondonderzoek bij uitgifte in
eigendom en recht van opstal (Bijblad No. 13914)de jaarlij ksche
ontvangsten daarvoor kunnen globaal op 1500.worden geraamd.
De overige verrichtingen, welke tot de „andere werkzaamheden" wor
den gerekend (grensuitzettingen, rubberkaarten, situatieteekeningen
enz.) hebben sedert 1934 gemiddeld 35400.per jaar opgebracht,
doch het cntvangstcijfer is bijzonder wisselvallig, hetgeen blijken kan
uit het minimum over 1934 ad 11700.en de topwaarde over 1935
ad 66800.—
Alles bij elkander genomen vertoonen de jaarlijksche ontvangsten voor
de hierboven gespecificeerde verrichtingen de grensbedragen van
14900,en 69800.en een gemiddelde van 40200.
162) Het in punt 123 bedoelde „spoedtarief", waaromtrent uiteraard geen
financieele voorspellingen mogelijk zijn, is buiten beschouwing gelaten.