206
Dat het Nederlanclsche en Indische kadaster althans nog over de
rapporten beschikt, welke n.b. de inleiding vormden voor de debatten,
is volgens den heer Plasman te danken aan het feit dat de twee jong
ste leden der delegatie ze met moeite bijeengaarden uit een onge
sorteerde berg van die rapporten in vier talen. Dit heeft uren geduurd
en men zag waardige oude heeren met baarden, op den grond gezeten,
een levendige ruilhandel voeren op de manier zooals dat op plaatjes
beurzen gaatwie ruilt er twee rapporten A in het Engelsch tegen
één rapport Q in het Fransch
Deze rapporten hadden overigens den deelnemers enkele maanden
vóór het congres moeten bereikenVan een betrekkelijk korten tijd
voor de debatten, moest dan ook nog zooals in het voorloopig
verslag is aangestipt een beduidend deel afgenomen worden om
die rapporten te resumeeren, opdat men zou weten waarover gede
batteerd zou worden.
Inderdaad is het organiseeren van een congres moeilijker dan
schoorsteenvegen of met marmotjes loopen.
Hoe dit alles zij, nu we nagenoeg de zekerheid hebben, dat van
een definitief verslag wel nooit meer sprake zal zijn, moeten we ons
maar tevreden stellen met het voorloopige, dat ons welwillend ter
beschikking werd gesteld door het waarnemend Hoofd van het Ka
daster en hieronder volgt.
Red.
Voorloopig verslag over het zesde Internationaal Congres
voor Landmeetkunde te Rome.
Bij besluit van Z.E. den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-
Indië, dd. 25-VIII-'38 No. 21, werd aan ondergeteekcnde, P. H. M.
Plasman, Inspecteur 2e klasse bij het Kadaster, opgedragen om zich,
in aansluiting aan het hem verleende buitcnlandsch verlof wegens
langdurigen dienst, naar Rome te begeven, teneinde als vertegenwoor
diger van Nederlandsch-Indië deel te nemen aan het zesde Inter
nationaal Congres voor Landmeetkunde dat, door de Internationale
Landmeters-Federatie, van 5 tot 10 October 1938 te Rome zou wor
den gehouden.
De Nederlandsche delegatie, waarbij ik mij volgens dit besluit,
behoorde aan te sluiten, bestond uit de Heeren Prof. W. Scher-
merhorn, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft (hoofd
der delegatie), P. J. Hamelberg, reserve-luitenantkolonel, Hoofd van
