218 het besluit van 4 October 1837 No. 4 Staatsblad No. 49 belasting vrij te maken. Volgens de bovenvermelde beginselen behoeft de materieele split sing van vaste eigendommen echter niet bij voortduring als wille keurig te worden beschouwd, terwijl de handhaving der wet op de verponding derzelver vermenigvuldiging verbiedt, de bevoegdheid tot splitsing behoort alzoo aan het oordeel van het plaatselijk of algemeen bestuur te worden overgelaten en wenschelijk is het daar en boven, dat dienaangaande in overeenstemming door dit Bestuur den Land meter en de Rooimeester worde gehandeld, om voortekomen dat de eenmaal verleende toestemming tot oprigting van gebouwen niet tot latere aanvragen tot splitsing aanleiding geeft. Daarenboven is het erfregt der vreemde Oosterlingen met alle deszeifs gevolgen in weerwil van de herhaalde aanzoeken der Chinezen nimmer van Gouvernementswege toegelaten, en wordt aan deze vreem delingen geen onregt aangedaan, wanneer hun erfregt eene beperking ondergaat, geboden door de gesteldheid des Lands en der plaatsen alwaar zij goedvonden zich te vestigen, en door het algemeen welzijn gevorderd. Door Europeanen of derzelver afstammelingen worden de ver delingen van eigendommen zeldzaam verlangd weshalve mij geene bezwaren bekend zijn tegen het voorstel van den Superintendent van het vendu Departement voorkomende in deszelfs missieve van 3 No vember 1838 No. 154, het welk het meer en meer vermeerderde kwaad in deszelfs wortel aantast en tot vereenvoudiging van alle admini stratie n leidt. Naar aanleiding van bovenstaande redeneringen, meen ik der halve als mijn oordeel bekend te kunnen stellen. Ie. Dat de ondeelbaarheid van het verband aan den lande tot heffing van het middel der verponding toegekend, toelaat een der mede-eigenaren, als solidair aansprakelijk voor den last, op het ge- heele vaste eigendom rustende, in regten te vervolgen. 2e. Dat de toepassing van dit regt echter niet zonder groot bezwaar voor de Tnlandsche bevolking is, en het alzoo in overweging- mag genomen worden, of de onderwerping der bevolking aan de wet op de heffing der verponding en op de overschrijving der vaste eigen dommen, bij een gering voorejeel, niet eene zoodanige verwikkeling in de administratie en vermeerdering van personeel en kosten ver oorzaakt, dat het in den gevolge voordelig voor den Staat geacht mag worden, haar te ontheffen van eene belasting en van de opvolging- van vormen welke zich aan hare instellingen niet aansluiten kunnen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 59