221
het geven van beschouwingen over onderwerpen die behooren tot de encyclo
paedic van het recht. Of hij had zich alleen tot die verschilpunten moeten
bepalen, of hij had de algemeene rechtskennis zoo volledig moeten geven,
dat het werk in den waren zin des woords een inleiding tot het Indisch
Recht was geworden.
Dat alles neemt niet weg, dat het werkje vele bijzondere kwaliteiten
vertoont en in de reeds lang gevoelde behoefte aan een brug tusschen
Nederlandsch en Indisch rechtseigen voorziet. De student in het Indisch
recht zal na zijn inleidende studie dankbaar van het handige boekje gebruik
kunnen maken. Doch zooals reeds gezegd, menschen, die van het recht na
genoeg geen studie maakten, zou ik er niet gaarne mee willen plagen.
Opvallend is tenslotte de voorliefde van Mr. Noordewier voor de verge
lijkende godsdienstkundedaar hij evenwel zijn kennis van Bijbel, Koran en
Chineesche wijsheid voornamelijk toepast op het familierecht, in het bijzonder
het huwelijk, krijgt e.a.a. soms een erotisch tintje.
In het boekje zijn allerlei lijsten opgenomen; m.i. was echter instede
van een lijst van aardrijkskundige namen en van personen een uitgebreide
lijst van Indische rechtsliteratuur zeer aan te bevelen geweest. Indien bij
elk hoofdstuk verwezen was naar de daarop betrekking hebbende literatuur
zou dit de bruikbaarheid van deze „Inleiding" nog meer ten goede zijn
gekomen.
VAN HULS.
