231
De kans, dal de gemaakte fout inligt tusschen de waarden 16
en +21, is uiteraard de som der kansen, die de fouten +16, +17,
18, +19, +20 en +21 met zich brengen. De notatie hiervoor is:
+21 69
w =w+w+w+w+w+w=
In percentage uitgedrukt, heeft men:
W 1,7%
hetgeen beteekent, dat 1,7% van alle opgezochte getallen een reken
fout hebben van +16, +17, +18, +19, +20 of +21 centimeter.
Tot de afrondingskwestie terugkeerende, vragen wij ons af, hoe
groot de kans is, dat de opgeslagen getallen sulver op de decimeter
zijn afgerond. Een zuiver decimeterbedrag impliceert een fout, die
inligt tusschen +4 en 4 centimeter. Zoodra deze fout +5 of 5
centimeter wordt, geschiedt de afronding nu eens naar beneden, dan
weer naar boven. Bij aanvaarding van kansgelijkheid van dit laat
ste, zal de helft van de fouten +5 en 5 centimeter bij het interval
4 cm/4 cm worden gerekend, en de andere helft bij de daaraan
grenzende intervallen.
Uit den staat is af te leiden
w w w w w w w w
1587
W W -
+3 +4 3993
163
W W
~~5 +5 3993
De kans op juiste afronding in decimeters, gemakshalve door
de notatie K voor te stellen, bedraagt
o
+4 1587 163 1750
K W W W 44%.
0 ~4 5 +3 3993 3993 3993
Op overeenkomstige wijze is af te leiden, hoe groot de kans
bedraagt, dat de getallen abusievelijk 1 decimeter te groot of te klein
zijn afgerond. Daartoe heeft men de fouten te beschouwen tot de
16 16 17 18 19 20 21 3993
+21
+16
+4
—4 —4 3 —2 -1 0 +1 +2