240 draden, hetwelk den afstand geeft, de mf. alleen als gevolg van schat tingsonzekerheid, niet kleiner kunnen zijn dan 10\/2 14 cm. Jordan (II-2 blz. 275 e.v.) geeft voor dradenafstandsmeting een nauwkeurigheid in de enkele aflezing van 0.2 d.w.z. voor lengten van dz 100 m, bij kleine hellingen en betrekkelijk gunstige omstan digheden. (d.i. dus zt 20 cm per 100 m). We zien dus dat met het Kernsche instrument het gemiddelde van metingen onder gunstige en ongunstige omstandigheden nog be hoorlijk beneden het door Jordan genoemde bedrag blijft, terwijl de bereikte mf. slechts weinig ligt boven het theoretisch uiterst bereik bare. De hieruit te trekken conculsies waren: le. De Kernsche kijker met zelfreduceercnd dradendiagram is uitstekend geschikt voor onze z.g. „woestegrond-metingen". 2e. Het feit dat de behaalde mf. zoo dicht lag bij de uiterste met cm-baak bereikbare waarde, gaf aanleiding tot de veronder stelling dat met een in kleinere eenheden verdeelde baak ook de nauwkeurigheid opgevoerd zou kunnen worden. Deze overweging gaf aanleiding tot de II. Tweede reeks proef metingen, waarbij de gewone verticale cm-baak vervangen werd door de verticale Dieperink-baak. Deze proef metingen werden uitsluitend verricht op de basis- Koningsplein, daar uit de eerste serie wel gebleken was dat de reduc tieinrichting opzichzelf goed werkte. En werden twee series proefmetingen gedaan, elk bevattende 31 afstandswaarnemingen, varieerende van 20 tot 140 meter, waarbij voor eiken afstand twee aflezingen verricht werden. Bij de verwerking der cijfers werd aangenomen dat geen optel- constante aanwezig was. Dit bleek voldoende duidelijk uit de waarnemingen op de korte afstanden, waarin een zoodanige correctie het zuiverst tot uiting moet komen, aangezien een eventueele fout in de vermenigvuldigingscons- tante slechts geringen invloed heeft. (Uit de eerste serie nu volgde voor afstanden van 20 m een gemiddelde fout van 0, uit de tweede serie op dezelfde afstanden een gemiddelde fout van 1.6 cm). Uit beide series waarnemingen werd nu een vermenigvuldigings- constante berekend.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 22