245
langer wachten op zijn meebrieven. Zonder dat het Land daar nog
meer op toe zou leggen dan thans het geval is, zouden onze (retribu-
tieve) tarieven verlaagd kunnen worden
Het woord publiek stond tusschen aanhalingsteekens, omdat
daaronder in dit geval ook de Overheid (het Land, de Locale Ressor
ten, Stadsgemeenten) valt als eigenaresse van tal van eigendomsper-
ceelen (krachtens titel dus), welke perceelen behooren tot de meest
nauwkeurig omschreven gedeelten van het Lands domein, aan de re
gistratie waarvan den laatsten tijd, en terecht, veel meer aandacht
besteed wordt.
Meer dan ooit tevoren zijn wij er thans bij het Kadaster op uit
om efficient te werken, een streven, dat (vooral in het huidige tijds
bestek) alle aandacht verdient. Wij kunnen nu wel rationeele meet
methoden enz. ontwerpen en de afdoening van onze meetbrieven tot in
alle finesses regelen waardoor alles op rolletjes loopt en er geen
speld tusschen te krijgen is, doch wat baat ons dit als wij metingen
(en bijmetingen) te verstouwen krijgen die (noodgedwongen) min
stens genomen te groot en meetbrieven op te maken krijgen waaraan
dientengevolge te veel werk zit en die eigenlijk veel te moeilijk zijn ge
worden.
Vanzelf komt de vraag naar voren: hoe wordt rationeel en goed
koop bereikt a. de reconstructie van verloren gegane merkteekenen, b.
de instandhouding daarvan.
ad a. De reconstructie van verloren gegane merkt eek ens.
In de tweede helft van de vorige eeuw zijn bijna alle eenigszins
belangrijke plaatsen door het Kadaster opgemeten en in kaart
gebracht.
De grondslag van dit werk werd gevormd door ondergronds
verzekerde veelhoeksnetten.
Alle vaste terreinvoorwerpen, als huizen, bruggen, vaste merk
teekenen, enz. waren aan dit veelhoeksnet aangemeten en werden er
dus a.h.w. aan vastgehouden.
Ging dus later eenig (aan dat verzekerde net aangemeten) merk-
teeken verloren, dan kon de plaats daarvan met behulp van dit net
weer worden gereconstrueerd. Dit impliceerde weer dat de perma
nentie van vaste merkteekens in zulke plaatsen niet zoo belangrijk
geoordeeld werd.
De ontwerpers van Stbl. 1912 No. 497, houdende nieuwe voor
schriften ter grensverzekering van op te meten gronden voor de op
making van meetbrieven, zijn zich hier dan ook van bewust geweest