247
van te voorzien, rijst de vraag of terplaatse van deze netten het stellen
van grensmerkteekens niet ontbeerd kan worden.
Allereerst zij opgemerkt dat n.m.m. ieder net, als gevolg van het
onvermijdelijke en onophoudelijke verstoren en het evenzoo vele malen
weder inmeten van vele veelhoekspunten op den langen duur gedoemd
is aan nauwkeurigheid steeds meer in te gaan boeten. De praktijk zal
echter moeten leeren na hoevelc (tientallen) jaren een net onbruik
baar geworden en algeheele hermeting noodig is.
)p één mogelijke storing van het net zij echter gewezen nl. die
als gevolg van aarbeving. Het is bekend dat hierdoor de afstand tus-
schen overigens niet verplaatste vaste terreinvoorwerpen kan ver
anderen.
Verdei zij de aandacht nog op een actueele omstandigheid ge
vestigd n.l. de kans op vernietiging van de bescheiden van een kadas
terkantoor tengevolge van een bombardement of brand. Indien dan
alle gegevens, op zulk een veelhoeksnet betrekking hebbend, verloren
gingen zouden zich groote moeilijkheden kunnen voordoen. In den
vorm van meetbrieven heeft het publiek echter een afschrift van
een voornaam gedeelte van het archief in handen en dit „archief" kan
praktisch nimmer vernietigd worden. Zijn overal de grensmerkteekens
in orde dan geeft zulks bij de „wederopbouw" van het verwoeste ka
dasterkantoor zeer waardevolle steun.
De practische nadeelen van het ontbreken van grensmerkteekc-
nen zouden zich echter weldra gaan manifesteeren in een vermeer
dering van het aantal grensoverschrijdingen, vooral bij den bouw van
muren en huizen.
Verder zouden verzoeken van den kant van voorzichtiger bouwers
om grensuitzetting spoedig zeer talrijk worden. Om hieraan vlot, en
dit is een onafwijsbare eisch, te kunnen voldoen zou personeelsuit
breiding noodig zijn, wat wel aan ettelijke landmeters enz. ten goede
zou komen doch, uiteraard uitsluitend ten koste van Sijmen.
Ik wees er zoo juist op dat aanleg en het onderhoud van ver
zekerde netten een kostbare aangelegenheid is.
De Heer D. EENSCHOOTEN, Inspecteur van het Kadaster
analyseerde kortgeleden in een uitvoerig gedocumenteerd betoog de
zooeven summier en terloops aangehaalde oorzaken van het verval
van onze plans en is van meening dat de plans van vele kleinere,
plaatsen waarvan de veelhoeksnetten niet (meer) aanwezig zijn, her
steld kunnen worden. Dit zou dan langzamerhand kunnen geschieden
door blokmetingen bij iedere voorkomende gelegenheid, doch met oriën-