259 TS7S S. US9 G. Te/omo/o 77 5&/+ /OU/ G- Ponganj/an Lege/7 of a A S en Tpun/en v/</ "Top. D. •H-+++ Res/We/?//Cg/'ens We pen Weyenp/crn Regenfec/tcsp R/i/ze/* Ses/crcrnafe p o/ygoon U/f6re/cf/ng&gre6/e</ 7 377 //</S FigV Zooals ik reeds hierboven zei, kunnen bij bergoorden overal uitbreidingen verwacht worden, ja zelfs opeens complexen ontstaan veraf gelegen van de bestaande polvgoneering. Bij ontbreken van de noodige topografische aansluitingspunten blijft dan niets anders over dan in eigen nulpunt te berekenen en door te modderen! Wat is nu eenvoudiger dan zulke gebieden onmiddellijk door een triangulatienet in te sluitenover het algemeeen leent het bergland er zich uitstekend voor om dit, zonder in zeer groote kosten te ver vallen, te doen. Nadeelen zijn er niet ik althans zie er geene. Nieuwe uitbrei dingen worden onmiddellijk opgevangen met behulp van Snellius- punten, die in een oogwenk kunnen worden bepaald door aanmeting van de op de hellingen der bergen, die de bergplaatsen in het alge meen omringen, aanwezige vaste punten van het kadastrale drie- hoeksnet. Een voorloopige voorloopige, omdat nog niet vaststaat hoe de wegen uiteindelijk zullen loopen polygoon wordt aangelegd en verzekerd met djatihouten piketten, die desnoods een weinig worden ingemetseld.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 41