264 Nog in hetzelfde jaar werd het voorstel wet en nagenoeg onge wijzigd in het staatsblad (no. 497) opgenomen. Een der weinige wijzigingen komt tot uitdrukking in het hoofd, waarvan men den inhoud heeft beperkt tot De considerans van de ordonnantie luidt: „Dat hij, nieuwe voor schriften noodzakelijk achtende ter verzekering der grenzen van gronden, welke worden opgemeten voor de opmaking van meetbrie ven". Vooal ten gerieve van de lezers, die dit staatsblad niet bij de hand hebben, worden de 7 artikelen, waaruit het bestaat hier in exten- so weergegeven. van het. betrokken Hoofd van Gewestelijk Bestuur kunnen worden onderwor pen, die dan eene beslissing zou kunnen nemen, na den kadasterambtenaar of den Gouvcrnements landmeter daarover gehoord te hebben. Alleen zou voor de verzekering der grenzen van te meten crfpachtsaan- vragen als regel kunnen worden aangenomen, dat, waar de grenzen niet gevormd worden door natuurlijke scheidingen, merkteekencn moeten worden geplaatst in alle punten, waar de grens belangrijk van richting verandert, met dien verstande evenwel, dat in volstrekt rechte grensgedeelten de merkteekencn op geen grooteren ouderlingen afstand dan 500 meter van elkaar geplaatst mo gen worden. In deze bepaling zouden aanvragers van gronden in erfpacht al licht aanleiding kunnen vinden, de uitkapping der grenzen in zoo recht mo gelijke slagen te doen verrichten, wat in het belang van het behoud der juiste grenzen en ter vereenvoudiging der opmeting niet genoeg kan worden aan bevolen. Vermits voorts in de praktijk de merkteekenen door den aanvrager mees tal vóór opmeting geplaatst worden, na raadpleging van den betrokken landme ter, zou het bepaalde in artikel 4 van Staatsblad 1882 No.J/7 in dien geest zijn te wijzigen. Ten slotte komt mij eene aanvulling van het bepaalde in art. 5 van Staatsblad 1882 No. 311 met eene verwijzing naar de strafbepalingen op het onbevoegd verplaatsen of wegnemen van merkteekenen, voorkomende in het Wetboek van strafrecht, in het belang van het behoud dei* grenzen hoogst wenschelijk voor. Mochten de geleverde beschouwingen de instemming van U Hoog Edel Gestrenge hebben, zoo zouden de bepalingen in Staatsblad 1882 No. 311juncto Staatsblad 1893 No.16, te vervangen zijn door „Voorschriften voor de verze kering der grenzen van gronden, welke worden opgemeten voor de opmaking van meetbrieven, dienende ter verkrijging van een rechtstitel of voor de over schrijving van onroerende goederen, dan wel strekkende tot uitwijzing van eenig zakelijk recht", zooals in de hiernevens aangeboden concept-ordonnantie zijn vermeld." „KADASTER. Nieuwe voorschriften ter verzekering der grenzen van grónden, welke worden opgemeten voor de opmaking van meetbrieven".

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 46