271
3e. De landmeter adviseert belanghebbende inzake het aantal te
plaatsen merkteekens (art. 6, le lid).
4e. De landmeter is adviseur van H.P.B. ingeval betrokkene be
zwaren maakt tegen het aantal merkteekens (art. 6, 3e lid).
5e. Het Hoofd van het Kadaster geeft zijn meening weer, als de
Directeur van B. B. moet beoordeelen welke merkteekens te
gebruiken, indien ijzers te duur zijn (art. 3, 4e lid).
Uit dit alles blijkt wel dat het Kadaster aan het spel der grens-
verzekering ter nauwernood deelneemt. Zijn rol die het daarbij vervult
is een lijdelijke; het adviseert in sommige gevallen, doch beslist nooit.
Uit de artikelen 2 en 3 zou men nog een negatieve rol van het Kadas
ter kunnen afleidenhet mag niet meten alvorens de meetpaden gekapt
en de merkteekens geplaatst zijn. Een uitdrukkelijk verbod te dien
aanzien houdt de ordonnantie echter niet in. Wat is de oorzaak dat
de merkteekenordonnantie tenslotte een dergelijk wonderlijk aanzien
kreeg? E.e.a. schuilt in den niet volledig gerealiseerden wensch om
drieërlei belangen te beschermen.
le. De belangen van het land, dat weer in het bijzonder rekening-
had te houden met die van de inheemsche bevolking. Men wilde
onrechtmatige uitbreiding van met westersche rechten uitgege
ven gronden ten koste van de inlandsche bezitrechten voorkomen,
en meende daarin te kunnen voorzien door eens en voor al, zoo
wel op de kaart als op het terrein, aan te geven hoever die af
gestane rechten zich uitstrekten.
Dat op deze wijze ook de belangen van 's Lands financiën
gediend werden, behoeft geen nader betoog.
2e. De belangen van den particulier, van den zakelijk gerechtigde.
Bij al dergelijke bepalingen schermt men gaarne met het woord
rechtszekerheid. Van oudsher is men in Indië van het idee
uitgegaan, dat die rechtszekerheid, behalve het bestaan van een
goed overschrijvingsstelsel en een goed ingericht kadaster ook
de aanwezigheid van merkteekens ter plaatse behoeft.
3e. De belangen van het kadaster, dat naar men zegt sneller, dus
economischer kan werken, indien het te allen tijde vaste punten
tot zijn beschikking heeft om daaraan de metingen te kunnen
vastleggen.