37
derteekenen, Uiteraard is de landmeter dus ook gerechtigd
den teekenaar rechtstreeks aanwijsingen te geven.
Wij aeenea hieruit duidelijk te verstaan dat contact wen-
schelijk en noodig kan zijn, doch tot een minimum beperkt
dient te blijven. Het mag niet ontaarden in bemoei
zuchtContact is veelal te vermijden wanneer ten le ge
volg wordt gegeven aan het voorschrift dat in beginsel de
landmeters hun veldwerken inleveren bij het hoofd, ten 2e
die veldwerken volledig afgewerkt zijn, dus ook vooralen
van roode lijnen (nieuwe grenzen) en verwijzing naar oude
veldwerken3 ten 3e aan de veldwerken een toelichting is
toegevoegd als: de grootte van perceel. dient in c,a_j_
nauwkeurig te worden berekend en vastgesteld of,de groot
te moet volgens voorschrift I ,K afgerond worden, Verder
kunnen er aan toegevoegd worden wenken omtrent al of niet
kaarteeren van bijbouwen, schuren enz, en betreffende de
tenaamstelling. Wanneer met deze wenken rekening werd ge
houden zou het noodige contact beperkt blijven tot de
vraag of een grens of grootte al of niet geredresseerd
dient te worden en tot moeilijkheden 'bij de tenaamstelling,
vereeniging in verband met hypbezwaar enz
Wij ge loeven dat deze zienswijze meer in overeenstemming
is met het belang van den dienst en dus ook meer de ziens
wijze zal zijn van het departement dan die van de vereeni
ging voor E. en L.die in haar H»0. van Febr. 1940 uit
een en ander constateert, dat haar pleidooi voor handha
ving van het directe contact door den Minister* wordt on
derschreven, Het zal volgens haar moeten plaats hebben
in ieder stadium der afwerking: bij kaar teer ingp ere eel s-
vorming. berekening en vaststelling der grootten, verwij
zing en tenaamstelling. We hebben ons verwonderd over
haar verklaring dat JLn den regel voortdurend contact
noodig is, wanneer we bedenken, dat de landmeter vaak 4
of meer dagen achtereen afwezig is of zijn verlof geniet!
Terder wordt onder 5j nog bepaald, dat opdrachten aan
teekenaars S T E E D b door de hoofden van bureaux ge™
sollieden. Hieraan dient; oi streng de hand te worden
gehouden.
Met genoegen hebben we onder (4) gelezen dat uit de
woorden: datrekening wordt gehouden met 'het- verschil in
capaciteit en bedrevenheid der fceekenaars, nog niet be
hoeft te worden afgeleid, dat het gewenseht zoude zijn,
deze ambtenaren in bepaalde onderdeelen van het werk te
speclaliseeren, fe bedoeling is, dat de minder bekwame
teekenaara (juister had o.i„ gesproken kunnen worden
over de minder geroutineerde teekenaars) in de eerste