38
plaats met het eigenlijke teekenwerk (vernieuwing en "bijwer
king- van plans) en daarnaast met het opmaken van de meest
eenvoudige metingstukken worden belast en dat de minder
eenvoudige toepassingen in handen van de betere krachten
worden gesteldDit is in het belang van den dienst, al
behandelt dezelfde teekenaar niet steeds dezelfde gemeen
ten
Allereerst moet ons de opmerking van het hartdat in
derdaad uit de aanschrvan 7 Jan. 1939 niets blijkt over
specialisatie. Toch is dit de algemeene gangbare uitleg op
de bureaux (zie H.O. K. en i.) ©n werd zulks met stellig
heid verkondigd! Wordt door het uitstrooien van dergelijke
geruchten niet onnoodig onrust verwekt? Thans blijkt dus
duidelijk, wat wel de bedoeling is, iets wat zonder die ge-
ruohten niet eens noodig geweest sou zijn!
Het beginsel is dus, dat de teekenaar niet steeds de
zelfde gemeenten dient te behandelen, doch dat het hoofd
van het 'bureau allereerst de waarde Tan de op te maken
metingstukken dient t© bepalen. Wederom verschillen we
hier van meening met X. en L. die daaruit leest, dat het
in het algemeen wenschelljk is, dat de teekenaar dezelfde
gemeenten behandelt.
Ook (5) is van 'belang,, Voor persoonlijke hulp aan landme
ters voor lichte, weinig tijdroovende werkzaamheden kan in
het algemeen worden tegemoet gekomen door daarvoor een
teekenaar of schrijver aan te wijzen. Het behoeft geen be
toog, dat het wenschelljk is daarvoor zooveel mogelijk
schrijvers aan te wijzen, die het minst kostbaar zijn en
waardoor tevens wordt voorkomen, dat een jong teekenaar in
zijn ontwikkeling geremd wordt.
Al met al kunnen we zeggen., dat deze aanschr. een be
langrijke verbetering of verduidelijking is van die van 7
Jan» 1939. Gaarne hadden we gezien, dat nóg meer den na
druk was gelegd op het volledig afgewerkt indienen van het
veldwerk, voorzien van een toelichting, bij hst hoofd .Even
eens had met nadruk gewezen kunnen worden op opvoering van
.het aantal velddagen.
Ook nu weer 'kan de Minister ongetwijfeld ten volle reke
nen op de medewerking der teekenaars» Maatregelen in ver
band met verbetering van het Kadaster moeten, onze sympa
thie hebben, temeer omdat we bij ondervinding weten, dat het
departement ontvankelijk ie voor zakelijk aangevoerde bezwa
ren of gewenschte verbeteringen.