2 kegelprojectie, toe "bij de vervaardiging d#r kaarten.Bovendien "besohreef hij de ligging van tal van plaatsrir., Hier moeten wij direct tot goed "begrip van zaken even stilstaan "bij het wezen der "wereld"kaartsering Ben ieder, die door den aard zijner functie eens iets meer ziet van datgene, wat noodig is, om tot een behoorlijke kaar- teering en plaatsbepaling te. komen, moet wel overtuigd zijn van het feit, dat van een kaarteering van "de wereld" door een bepaald persoon nooit sprake kan zijn. Zeker is dan ook, dat degene, die zich, als Ptolemaeus, waagde aan de eerste wereldkaarteering, waaronder ik versta kaarteering van alle toenmaals bekende gebieden, beschikken moest over een geweldigen staf van medewerkers, en tevens be lezen moest zijn in alle reisverhalen enz., die toentertijd be stonden an die de eenige bronnen der aardrijkskundige weten schap waren. Zoo mag wel als vaststaan aangenomen worden,dat Ptolemaeus wel verre van zelf aan de plaatsbepaling deel te nemen, deze overliet aan zeevaarders, die hij wellicht van instrumenten, doch zeker van instructies voorzag. Daarbij had hij dus geen enkele controle op de verkregen ge gevens, behalve dan de reisboeken, die in de Romeinsche bloeiperiode door eenigen werden geschreven en waarvan Taci tus wel de beste is geweest. Maar waar de gegevens van elkaar verschilden, moest een keuze gemaakt 'worden, waarbij allicht het meest geloof gehecht werd aan dengenedie de diepste studiën had gemaakt in dit geval bvTacitus. Zoo is met vrijwel onfeilbare zekerheid aan te toonen, dat- de kaarteering van ons land door Ptolemaeus den invloed heeft ondergaan van. Tacitus reisbeschrijving, waarover elders meer wordt gepubliceerd. Het 'werk van Ptolemaeus is als baanbrekend te beschouwen en is vele eeuwen als basis der verdere kaarteering gebruikt. Typisch is, dat meer dan 1000 js-ar de kartografie tot stilstand is gekomen, waarom, dat laat zich slechts gissen, maar naar mijne meening, omdat geen wereldheerschers meer voorkwamen na den val van het Romeinsche Rijk. Mijns inziens was het bescheiden werk van Ptolemaeus niet geschikt, om vele eeuwen het zich steeds meer uitbreidend werk daarop te baseeren. Tegen het jaar 1500 ontstond de drang naar het vorschen naar de onbekende landen, getuige de vele ontdekkingsreizen Deze vredige wereldbeheerschers namen daarmede de rol der po litieke wereldbeheerschers over. Toen na 1500 de kartografie krachtiger ter hand genomen werd, was wederom Ptolemaeus de bron, waaruit geput meest worden. Het gcecie, zoowel als de fouten hieven onbecriti—

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1940 | | pagina 3