12
1000 herleiden door ze alle met 2 te vermenigvuldigen
Op daartoe gedane aanvraag, onder overlegging van plan-
blaadje en coordinat enlijstworden aan het bureau van den
landmeetkundigen dienst te Amsterdam alle trigonometrische
punten benevens de ruitpunten gekaarteerd met behulp van de
coordinatograafwaarna het plan wordt teruggezonden.
De inrichting en werking van dit instrument komt op het
volgende neer. Op een stevige,grootevierkante teekentafel
is bevestigd een zwaar houten teekenblad. Daarop wordt het
blanco vel papier, hetwelk aangelegd moet worden,bevestigd
door middel van zgn. plakstrooken. (Punaises zouden de op
pervlakte van het teekenblad spoedig te veel beschadigen.)
Kort boven het teekenblad zijn linialen aangebrachtwelke
voorzien zijn van schaalverdeelingenI Men be schouwe fig* 6,
welke schematisch de constructie van het instrument weer
geeft. De metalen liniaal A is stevig en onbeweegbaar be
vestigd op het zware teekenblad. Din.iaa.1 B rust met het
linkereinde op liniaal A en met het rechtereinde op een me
talen staaf. Diixiaal B kan alleen evenwijdig verplaatst wor
den en wel zoo, dat dc beide linealen steeds zeer nauwkeu
rig een rechten hoek blijven vormen, ^l'ke willekeurige stand
van liniaal B kan ingesteld worden op de schaalverdeeling,
welke aangebracht is op liniaal A# Met behulp van een noni
us en micrometerschroef verkrijgt men de vereischte nauwkeu
righeid (ca. 0?02 mm) in deze instelling.
Beschouwd: men liniaal A als Y—as en liniaal B als X—as,
dan is het duidelijk, dat men de ordinaten van een aantal in
coördinaten bekende punten opvolgend kan instellen op lini
aal A.
De instelling van de abscissen geschiedt op liniaal BcEen
langs deze liniaal beweegbaar wagentje draagt drie piquoirs.
Men kan eiken willekeurigen stand van dit wagentje op lini
aal B instellen op de schaalverdeeling. Dit geschiedt ge
heel overeenkomstig de instelling beschreven door liniaal A
(nonius en micrometerschroef)
Beeft men een aantal in coördinaten bekende punten te
kaarteeren, dan wordt eerst liniaal B geplaatst in een
stand, welke op liniaal A een aflezing oplevert, gelijk aan
de ordinaat van het te kaarteeren punt. Daarna wordt het
wagentje op liniaal B gebracht in een stand, welke aldaar
als aflezing oplevert' de abscis van het te kaarteeren punt'.
Ben der drie piqucirs wordt nu ingedrukt, waardoor het punt
gekaarteerd is. Voor alle punten wordt natuurlijk steeds de
zelfde piquoir gebruikt.
De bij de streepjes van de schaalverdeelingen behoorende
getallen zijn aangebracht op een verschuifbaar en afneembaar
lint (bij de machine behooren nl. twee linten, een voor de