20
m.i.v. 1 -^ug. de landmeter JMM.H.Heines, van Ts Hertogen
bosch naar !s Gravenhage (bureau IngVer.); de teekenaars
R.M* Strijker van !s Gra^venhage (opl.) naar Appingedam;P.Mo-
nen van id. naar Brielle; C.W. Vaandrager van id naar Rot
terdam, A.A.J. Stumpel van id. naar Utrecht; B..J.W. Bonder
van id naar Eindhoven; J. van der Eiik van id naar Eindhoven;
M. Rijsdiik van Breda naar Rotterdam; m.i.v. 16 Aug! de tee
kenaar D. Dekker van Zutpfcen naar Deventer.
Eervo1 ontslagen: m.i.v. 1 Aug. 1940 de teekenaar Mej. K.
Schierbeek te Almelo.
C IRC ULA IRES EN AARSCHRUVIDGEN
Circ. 2662 (vervolg)., (par.- 18). Deze instructie treedt
in werking op 1 Januari 1940. Alle bestaande voorschriften
welke in strijd zijn met het voorgaande, zijn met ingang van
dien datum vervallen. De circ. 2738 en. 2850 ziin ingetrokke
Circ. 2863. Vrijstelling van rechten verschuldigd voor
verrichtingen ten hyp. kantore, welke verband houden met d
uitvoering van de Alg. Vorderingswet 1939.
Circ. 2864. Wijziging van de uitvoeringsregelen inwisse
ling en uitstel zegelrecht.
Circ 2865 Schrijversmachineschrijvers en tijd schrijvers
Circ. 2866. Verlenging en wijziging van de wet, houdende
voorzieningen terzake van gemeentelijke kosten van werkloos
heidszorg.
Circ. 2867. Aangaan van een geldleening of leeningen t«
laste van het Rijk. Vrijstelling van couponbelasting en vi
zegelrecht
Circ. 2868. Prijsopdriivings— en hamsterwet 1939.
Circ. 2869. Uitvoering van art. 7, lid 2, circ. 2868.
Circ. 2870. Wijziging der Ukwet
Circ 2871Meetarbeiders^van het Kadaster. Eierin is o.a
bepaald, dat aan par. 3 van circ. 2294 twee nieuwe leden -
worden toegevoegd: (2) Indien tengevolge van een ingetreden
vorstperiode de meetarbeiders hun gewone werkzaamheden niet
kunnen verrichten kan aan hen voor de dagen, welke, indien
de vorst niet was ingetreden, voor hen normale arbeidsdagen
zouden zijn geweest, eveneens belooning worden betaald. (3)
Aan de in het vorig lid bedoelde meetarbeiders dienen op
bedoelde dagen zooveel mogelijk andere, voor hen geschikte
werkzaamheden te worden opgedragen. Voorts is bepaald in
een nieuwe par. 4a, dat de meetarbeiders te wier aanzien
zulks is bepaald, eer belooning per maand genieten. Het be
paalde in art. 8, lid 1 en art. 21 van het Bezold. besl.
Burg, Rijks ambt 1934 (circ, 2353) is voor bedoelde meetar
beiders van toepassing.
■J O