18 dat de eerste en tweede zijsloot sluitendat het verlengde van den rechts gelegen raster niet sluit. De top van de loodlijn hier ligt ver buiten de lijn. Deze raster komt dus niet overeen met de kadastrale grens. De grens, aangegeven door den raster en den ouden grenssteen, komt ook niet over een met de lijn op de kaart. Men zal moeten overwegen, of die lijn op de kaart geredresseerd moet worden. De volgende sloot sluit precies, de daarop volgende en de kant van de rivier geven met de lijn AB kleine verschillen rechts en links van die lijn. De lijn AB geeft aan welke grenzen onderling sluiten bij toepassing van een bepaalde indeeling. De indeeling wordt aangegeven door de richting van deze lijn ten opzichte van de meetlijn. Men vindt deze indeeling door een lijn (CD in de fi guur) evenwijdig aan de meetlijn te trekken, bv. door het punt Cop deze lijn 100 m van C af uit te passen op de schaal der hulpkaart. In het aldus verkregen punt E richt men een lood lijn op en bepaalt de lengte van deze loodlijn tot aan de snij ding met de indeelingslijn op de schaal, die gebruikt is voor het uitzetten van de verschillen. Bedraagt deze laatste uit- passing 3,2 m, dan is de indeeling 3,2 op de 103,2 m, dus 3,1 Nauwkeuriger verkrijgt men de indeeling door 400 m op de evenwijdige lijn uit te passen en in het verkregen punt de lengte van de loodlijn tot de lijn AB op de schaal der ver schillen te bepalen.» Krijgt men aldus voor de lengte van de loodlijn 12,6 m, dan is de indeeling 12,6 m op 412,6 m, dus 3,05$. De nieuwe grenzen kaarteert men tusschen de sluitende grenzen met toepassing van de gevonden indeeling. De ligging van de grens, waarin de oude grenssteen ligt, zal men moeten redresseerendaar men anders te veel verschil op de kaart krijgt met ae nieuw gekaarteerde grenzen. Aan de ligging van de vaart doet men niets, wel zal men de grootte berekenen tot aan den kant van de vaart op de kaart. D. Kaar teer en op bijbladen. In den regel zal een hermeten bijblad als werkplan dienst doen, d.w.z. de latere metingen worden rechtstreeks op het bijblad gekaarteerd. De hulpkaart is dan een kopie van het bijblad zoowel van den ouden als van den nieuwen toestand.Het bijblad bevat een groot aantal punten (in coördinaten bekend) die onderling door meetlijnen zijn verbonden. Deze meetlijnen moeten zorgvuldig bewaard blijven; zelfs de kaarteergaatjes moeten zichtbaar blijven. Onoordeelkundig bijwerken kan veel schade aanbrengen. Indien uitpassingen moeten worden ver richt op lijnen, welke in inkt staan, is het aan te bevelen, de kaarteergaatjes onmiddellijk naast de inktlijn te prikken. Is de nieuwe toestand op het bijblad gekaarteerd, dan wordt deze in inkt gezet om hen op de hulplcaart te kunnen kopiee-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1940 | | pagina 19