nieuwingsdienstgescheiden van het kadaster en wil de over
tollige landmeters belasten met de leiding der afzonderlijke
hermetingen. Met uitsluiting echter van de teekenaars wil
hij het overige (tijdelijke) personeel rècruteeren uit werklooze
hoofdarbeiders, waaronder vele honderden zijn, geschikt en be
kwaam om bij zoo'n vernieuwingsdienst nuttig werk te verrich
ten. BJj eèn eerste selectie zouden b.v. artillerie- en genie-
officieren en zij, die einddiploma HBS met 5j.c. met goede
wiskundecijfers bezitten, gekozen kunnen worden, terwijl de ar
beidsvoorwaarden, ook voor jonge officieren die anders de
wanhoop nabij zijn, aanlokkelijk moeten zijn.
Hierin zit een gevaarlijke tendenz. Indien werkloozen, of het
officieren of anderen zijn, geholpen kunnen worden dan dient
dit zoo mogelijk te gebeuren en van ons kan men op volledige
medewerking rekenen, doch deze hulp mag niet ontaarden in een
soort philanthropie voor een bepaalde groep en dan nog wel ten
koste van anderen. Ons standpunt is, dat gepoogd moet worden
voor ieder een passend tijdelijk emplooi te vinden, doch men
moet er voor waken menschen te plaatsen in een functie,welke
voor anderen meer geschikt is en dan nog bovendien de beloo
ning aanlokkelijk te maken.
De schrijver vergeet dat er, gezien in het licht van zijn be
schouwing^ ook een aantal overtollige teekenaars zal ontstaan,
die ook in de eerste plaats nuttig werk bij dien vernieuwings
dienst kunnen verrichten. Sinds jaren waren de teekenaars te
velde bij hermetingen werkzaam en zij zijn juist voor deze werk
zaamheden uiterst geschikt bevonden, hetgeen den schrijver be
kend is, omdat hij dit zelf in een rapport hééft vastgesteld.
Daar deze veldwerkzaamheden voor den teekenaar een zij het
lichte, doch zeer gewenschte verbetering beteekenen,gaat het
niet aan die functie maar voor anderen te bestemmen, omdat
dit gaat ten koste van de toekomst van den teekenaar.
Ernstige bezwaren hebben we tegen de voorstelling, dat de
door den schrijver verkozen werklooze hoofdarbeiders, binnen
enkele maanden reeds goed werk kunnen leveren, daar het van
zelf spreekt, dat daarbij niet kan worden vastgehouden aan de
eischen welke tot nu toe steeds aan het personeel werden ge
steld, zelfs: daar organisatorisch de hand gelicht moet wor
den met de eischen van vakbekwaamheid. Het heeft ons ver
baasd, dat de schrijver aan de uitvoering niet twijfelt, omdat
men ook bij de oprichting van het kadaster niet beschikte
over voldoende deskundig personeel en de resultaten, gezien
in het licht van dien tijd, nog steeds onze bewondering wek
ken. Onderstreepingen van ons)
Helaas kunnen we deze bewondering niet deelen. Maar al te
zeer zijn ons, naast de ongetv/ijfeld goede resultaten, ook de
slechte bekend. De laatsten zijn nog dagelijks een bron van