JE RUILVERKAVELIIJGrSWET 1958
Onze oudste wettelijke bepalingen ten aanzien van ruilverka
veling^ dateeren van 1924, toen de eerste ruilverkavelingswet
tot stand kwam. In den loop der daarop volgende jaren bleek
ze niet geheel te voldoen. Er waren verschillende leemten en
onduidelijkheden in, terwijl voorts hier en daar vereenvoudi
gingen konden worden aangebracht. Daar ook de samenstelling
en de redactie herziening behoefden, werd de oude wet niet
gewijzigd of aangevuld, maar werd in 1936 een wetsontwerp hou
dende nieuwe bepalingen ingediend* Na de behandeling in de
bijzondere Commissie der Tweede Kamer en mondeling overleg met
den Minister, waarop een gewijzigd ontwerp volgde, werd ze op
8 Maart 1938 door de Tweede Kamer z.h.s. aangenomen en door
de Eerste Kamer op 18 Mei d.a.v. met 31 tegen 2 stemmen.Daar
mede hadden we een nieuwe wet, genaamd:
Wet van den 20sten Mei 1938, Staatsblad No* 618,
houdende nieuwe bepalingen omtrent Ruilverkaveling.
(Ruilverkavelingswet 1938*) (ciro. 2762.)
De Ruilverkavelingswet 1938 is verdeeld in drie titels,
waarvan de eerste algemeene bepalingen bevat, de tweede bepa
lingen welke betrekking hebben op ruilverkavelingsovereenkomst
en de derde de bepalingen welke de ruilverkaveling uit kracht
van de wet regelen.
TITEL I. Bij de algemeene bepalingen wordt o.m*vastgesteld
dat de wet verstaat onder "eigenaar0: hij, die een recht van
eigendom, opstal, erfpacht, beklemming, vruchtgebruik,gebruik
of bewoning heeft op tot het blok behoorende onroerende goe
deren; dat onder "rechthebbende0 wordt verstaan de eigenaar
voornoemd en de bezitter van een hiervoren niet genoemd zake
lijk recht (onder meer: het recht van hypotheekhet vischrecht,
het jachtrecht, het recht van veeweiden, het recht van aard-
haling en de erfdienstbaarheden) of een recht van huur of
pacht op tot het blok behoorende onroerende goederen.
TITEL II bepaalt dat bij een ruilverkavelingsovereenkomst
drie of meer personen zich schriftelijk verbinden bepaald aan
gewezen onroerende goederen, ten aanzien waarvan zij als eige
naar bij het kadaster bekend staan, samen te voegen, de ver
kregen massa te verkavelen en onder elkander bij acte van
ruilverkaveling te verdeelen op de wijze, bij de overeenkomst
bepaald. De hierbij toegewezen zakelijke rechten worden verkre
gen door overschrijving van die acte in de openbare registers*
Deze vorm van ruilverkaveling kwam in de oude wet niet voor,
evenmin in het voorloopig wetsontwerp van 1936. In haar voor-
loopig verslag wees de bijzondere Commissie der Tweede Kamer
op de wenschelijkheidook voor dezen vorm van ruilverkaveling
regelen te stellen. Daardoor zou toepassing van de steeds vrij
ii if I«n n. I X