14
De staat No75 is een der voornaamste formulieren van den
landmeetkundigen dienst. Meer nog dan eenig ander formulier is
hij "bestemd om voor de hijhouding en instandhouding van het Ka
daster hij verschillende instanties van dezen dienst de revue
te passeeren. De minimum eisch, dien men daarom aan het schrift
mag stellen, is: goede leesbaarheid. Neemt men hierbij in aan
merking, dat deze staat in archieven bewaard blijft om hem zoo
noodig later te. kunnen raadplegen, dan zal het niet verwonder
lijk zijn, dat de ambtenaren van den landmeetkundigen dienst in
het algemeen de eischen vrij hoog stellen. Dit wil nog niet
zeggen, dat daarvoor schoonschrift gebezigd moet worden; dit
zou trouwens te veel tijdverlies beteekenen. Het schrift in den
staat 75 is gebonden aan de ruimte; het moet binnen bepaalde
kolommen blijven* Streng naar den grondvorm gehouden loopend
schrift is dikwijls van een te wijd type om hier als geschikt
aangemerkt te worden. Teekenaars van het Kadaster hebben in
hun praktijk het schoonschrifttype toegepast-, waarbij ze voor
den staat No. 75 zich vlottere verbindingen hebben eigen ge
maakt. Het schrift behield daardoor zijn rond karakter, hetgeen
de leesbaarheid verhoogde, terwijl bovendien de kolommen beter
werden benut
Het meest geëigende schrift voor den staat No. 75 is halfloo
pend (zie model 7), d.w.z. met behoud van het schoonschrift-
type worden de verbindingen natuurlijk aangebracht, zonder
daarbij gewild dun en dik te schrijven. Het bezwaar, dat hierbij
iets vaker de pen gelicht moet worden, zal men bij de geringe
breedte der kolommen en ook wegens het overheerschepjd aantal
cijfers niet behoeven te tellen.
s GravenhageBJ.Lensen, J.H.H.Bongaerts
IHPS OYER LANDAANWINNING
Het probleem "levensruimte" komt de laatste jaren steeds meer
naar voren en mag voor een land als Nederland, na België het
dichtst bevolkte land van Europa, zeker als een probleem gel
den. Dit te meer, waar Nederland practisch geen mineralen in
zijn bodem bezit, wat een remmenden invloed op de industrie
heeft, afgezien van het feit dat derhalve ook de delving en
verwerking der mineralen geen arbeidskrachten vergt.
De methodes om tot oplossing van dit vraagstuk te geraken,
loopen zeer uiteen. Nederland tracht het op te lossen o.m.door
landaanwinning. Aan een werk, dat op dit gebied zijn weerga
niet vindt, is men thans nog bezig: de drooglegging van de
voormalige Zuiderzee. Hopelijk is over dit gigantische werk,
waarbij weer eens de hooge ontwikkeling van ons kleine land
blijkt, hij U voldoende bekend. Er is voldoende over gepubli
ceerd, gefilmd en per radio uitgezonden. Minder bekend is ech-