v y
s
1
i
I
16
deze ontwateringssloot gelegd (zie fig.)
n
j
a.
b
d.
hoofddammen.
dwarsdammen
hoofdafwate-
ringssloot
natuurlijke
geul in het
wad
Mede door deze dammen en ontwateringssloot komt het wad tus-
schen èb en vloed zoo goed mogelijk droog te liggen, waardoor
het aangevoerde slib door zon en wind.uitdroogt en een korst
vormt, waardoor het bij den eerstirolgenden vloed niet opnieuw
wordt weggespoeld. Om. e.e.a. nog meer te bevorderen, worden
op de ontwateringssloot om de 5 meter nog weer kleine grep
peltjes gegraven, terwijl zoowel"öp hoofd- als dwarsdammen
nog weer kleine dammen van ongeveer 5 meter haaks worden
aangelegd
De grond uit de greppels wordt steeds weer in het midden op
de ontstaande akkers geworpen, waardoor het water steeds
weer bij eb naar de greppels kan af stroomen.
Spoedig begint zich nu de zeekraal te ontwikkelen, meestal
reeds als de slikhoogte nog 30 cm beneden gemiddeld hoog wa
ter ligt. Deze zeekraal bevordert de aanslibbing zeer, want
spoedig vormt zich een dicht aaneengesloten begroeiing. Het
is een eenjarige plant die zich zelf zaait, doordat het zaad
bij eb op het slib achterblijft en in het voorjaar ontkiemt.
Daarna komt ook geleidelijk op de hoogere plekken de zeeaster
en zoodra het wad de hoogte heeft gekregen- van gemiddeld
hoog water komt het kweldergras. Dan kan de nieuwe polder
ook reeds gemaaid worden ofwel met schapen beweid worden, en
komen er spoedig allerhande planten.
J.H.van de Vrugt
d
I
J
i
I
I
i
8
ti
li
1»
i
11
li
li
1
i
i
i
!i
ii
•1
li
ii
!i
ii
ii
H
II
II
'1
n
ii
II
I I I I l ,1 L I I I L
i i i i i i i i i r i
i i i i i i t' i i i i