Sn juist voor omslachtige en bewerkelijke formules.) waarbij
de nomogrammen vooral op hun plaats zijn en letterlijk vutkomst
brengenhebben zij: overzichtelijkheid, aanschouwelijkheid en
eenvoudigheid op een ingewikkeld ~ecijfer voorc
"Het doel der nomografie isT het construeren van meetkundige
"figuren, uit welke bij elkaar behorende waarden van enige ver
anderlijke grootheden afgelezen kunnen, worden"0 Aldus begint
het leerboek over Nomografie van proflvan Veen,
Zowel de getallenwaarde van de gegevens als van de gezochte
uitkomsten moeten dus op een of andere wijze in de 'bedoelde fi
guur zi j:i aange bracht c
Hierbij worden twee hoofdmethoden gevolgd, In het eerste ge
val bestaat het nomogram uit stelsels rechte of kromme 'lijnen»
waarbij elke lijn van een waarde wordt voorzien: nomogram met
li jnenschalen0
In het tweede geval bestaat het nomogram uit lijnen, waarop
een rij punten met deelstreepjes .is aangegeven en van waarden
voorzien; dit zijn nomogrammen met puntenschalen0
De voorbeelden zullen dit wel ophelderen.
Over het schaalbegrip behoeft niet veel gezegd te worden. De
bise- i levert verschillende enkele schalen. Figuur 3 beeldt even
eens een enkelvoudige schaal af.
Figuur 2 geeft een dubbelschaal: aan weerszijden van de rechte
lijn (de drager) zijn verschillende schalen aangebracht.
Figuur 1 geeft een afbeelding van een drievoudige schaal,
waarmee men graden Celsius in graden Réaumur en Fahrenheit kan
omzetten en omgekeerd. Alle drie thermometerschalen zijn regel
matig: voor elk afzonderlijk geldt, dat bij gelijke afstand van
twee schaalpunten gelijke afleesverschi'llen behoren0
Dit geldt eveneens voor de rechterkant van de dubbelschaal
van figuur 2; links gaat dat niet op, zoals een vluchtige be
schouwing eeds doet zien.
Deze dubbelschaal is de grafische voorstelling van een tafej.
van Harkink., waarmee uit pijl en koorde de oppervlakte van een
cirkelsegment gevonden kan worden (zie b0vo; "Eenvoudige land
meetkundige berekeningen"onmisbaar voor eiken tekenaar die
"bij" wil zijn).
Ziet men de gedrukte tafel, dan bestaat zij eveneens uit twee
kolommen getallen, aan het hoofd voorzien van p s k en L De
overige ruimte van het blad wordt ingenomen door interpolatie-
tafeltjes
In de grafische tafel geschiedt het interpoleren steeds op
het oog, door schatting dus.
Het gebruik van deze dubbelschaal wordt toegelicht met het
volgende
Voorbeeld: Van een cirkelsegment is de pijl p 1,5; de