10 a. een aantal gekaarteerde bladen op 1/250waarop in inkt voorkomen; perceelgrenzen, gebouwen en alle andere voor de kadas trale kaart van belang zijnde terreinafscheidingens alsmede cir keltjes, voorzien van flinke vleugels, voor de in coördinaten be rekende punten en verder de kruispunten der richtlijnen; Td„ van elk der sub a genoemde bladen een film-contact-foto op l/lOOOo Deze films zijn wit en glashelder transparant, De lijnen komen er in zwart uiterst scherp op voor, evenals de cirkeltjes met vleugels van de in coördinaten berekende punten en de kruis punten der richtlijnen; jCo een vei kodatraee-film van formaat 100 x 67 om, waarop door middel van de coördinatograaf gekaarteerd zijn de in coördinaten berekende punten en de ruitpunten van de nieuw te maken kaart op 1/1000. Men zou nu als volgt kunnen handelen: Elke film-foto 5 sub b genoemd; plakt men met glashelder kleef-" "band op het vel kodatrace (sub c), zodanig, dat de berekende puil- ten coïnciderenTevoren knipt men die gedeelten van de film- contact-foto1 swaarvan men uit de figuratie ziet dat deze de- aangrenzende foto$s zullen overlappen, weg. Heeft men alle fotocs op de beschreven manier behandeld, dan is het nieuwe blad op 1/lCCC samengestelde Het gebezigde materi aal is zó transparant, dat men een goede lichtdruk zal kunnen ma ken van het aldus samengestelde bladc Ook zal kopiëren op koda- trace-film in diep-zwarte inkt stellig uitvoerbaar, zijn, waarna zlneografie mogelijk is. De vraag rijst, of dit laatste dan nog wel nodig is. Men kan immers het in inkt gezette plan (op koda- trace-film) steeds 'bijwerken en daarvan tegen-minimum kosten zo veel lichtdrukken maken,-, als men verkiest Droeg procédé "Ozalid") De grootste moeilijkheid zal gelegen zijn in het nauwkeurig aansluiten van de sub b genoemde foto's op de kodatraee-film sub cu Hu bestaat de kans, dat de afwijkingen in de ligging der bere kende punten op de onderscheidene foto's sub b genoemd, met de overeenkomstige punten op de sub c genoemde kodatrace-filrn zoda nig zijn, dat voor elke foto nagenoeg hetzelfde krimpings- of rekkingspercentage optreedt. Theoretisch zou dit zo moeten zijn, wanneer alle verkleiningen sub b gemaakt zijn in één bewerking, onder gelijke omstandigheden en zonder tussentijdse onderbrekings mits men de verschillen in kaartkrimping uitschakelt (Hier zij opgemerkt, dat voorzorgen getroffen kunnen worden om dit laatste euvel tegen te gaan en misschien geheel uit te schakelen. De bes te voorzorg is waarschijnlijk: het kaartéren oy papier met aluminiumlaag Om het aansluiten gemakkelijker te maken, zou men op elk blad, sub a bedoeld, vier punten kunnen kaartéren, welke in coördinaten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1941 | | pagina 11