14
Nu stond daarvan in mijn schoolboek maar één bewijs0 Als hulp
lijn werd alleen maar de hoogtelijn op de schuine zijde getrok
ken. De stukkens waarin deze zodoende werd verdeeld, werden in de
driehoekszijden uitgedrukt, waarvan uit optelling van die stukken
de juistheid der beroemde stelling bleek. Zeker, dit was best in
ordeo Er zijn van deze stelling tenslotte over de honderd bewij
zen! En toch had ik graag óók een bewijs gezien, waarbij (even
als Euclides dat doet) ook werkelijk de vierkanten op de zijden
worden beschreven. Daar zit toch een beetje meer meetkunde in.
Onze bekende Multatuli geeft in Idee 529 een zodanig bewijs,
waarvan de figuur hieronder volgt.
De clou van het bewijs zit in de twee grote,, gedeeltelijk over
elkaar vallende vierkanten, welke gelijk van oppervlak zijn.
Me dunkt, de lezers hebben er geen toelichting bij nodig:
ieder zal het zelf nu wel kunnen klaarspelen.
Spreekt een dusdanig bewijs niet meer tot ons, dan het
goochelen met (lijnstukjes voorstellende) letters?
Almelo. Do de Vries.