de gehele bewerking blijft bestaan,
E 3? het percelenregistery na wijziging in de inrichting van
het formulier ais R 13 genummerd, is een variant van het kadas
trale register 110,71» Het bevat de perceelnuramers met grootte
leggerartikelvolgnummer R 1 en verwijzing naar de eventuele
hypothecaire inschrijvingen. Teneinde gemakkelijk de ligging van
elk perceel te kunnen vinden, wordt op een overzichtskaart van
het blok een willekeurig ruitennet gesteld en deze nieuwe "let
ters en nummers der ruit" worden in R 1 en R 3 vermeid»
Van E 3 (13) ontvangt de hypotheekbewaarder een afschrift en
hij weet daardoorP welke percelen in de verkaveling vallen» Zo
is hij in staat om regelmatig opgave te doen van alle wijzigingen
in de toestand door toezending van afschriften van staten 73 en
73bis en van inlichtingen omtrent de hypotheken, alle betrekking
hebbende op of in verband staande met de percelen, welke in de
ruilverkaveling vallen» Vinden in enige maand geen wijzigingen
plaats, dan zendt hij negatief bericht»
De hypotheken9 welke betrekking hebben op in de ruilverkave
ling vallende percelen, worden verzameld in een "register van
hypotheken'1 E 16, Zij ontvangen een apart volgnummer en worden
in rood aangetekend in het register R 1, zodat men er naderhand
steeds opmerkzaam op wordt gemaakt» Dat is van groot belang,daar
de hypotheek zal overgaan van de met hypotheek bezwaardeperce
len op de toe te wijzen kavel(s).
De eerste taak van de plaatselijke commissie is het samen
stellen vari een zo volledig mogelijke lijst van alle rechtheb
benden met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht.
Daartoe wordt artikel voor artikel nagegaan» waarbij de eigenaren
persoonlijk inlichtingen verschaffen en ook de gegevens ter se
cretarie (vaak is de burgemeester tevens voorzitter der Fl.Com
missie) goede diensten bewijzen» Nagegaan wordt voorts welke
hypotheken niet meer bestaan, welke percelen kadastraal onjuist
geboekt zijn en wie de huurders zijn van één of meerdere percelen.
Na dit nauwkeurig onderzoek naar alle rechthebbenden wordt een
naamlijst (R 2) opgemaakt en kan een aanvang worden gemaakt met
de volgende belangrijke phase: de schatting.
Zodra de Centrale Commissie bepaald heeft, hoeveel schatters
nodig zijn, worden deze door de Plaatselijke Commissie benoemd.
Daarna wordt het terrein bezocht door de gezamenlijke Commissies,
den landmeter en eventuele andere deskundigen en door de schat
ters. In overling overleg wordt bepaald in welke klassen de
gronden zullen worden ingedeeld. Door middel van proefgaten van
Cc5'C tot 1 meter diep, met glad afgestoken wand, wordt de beste
en de slechtste grond onderzocht en de bodemstructuur genoteerd
(soort van grond, dikte van de bouwvoor, samenstelling onder-