13
bij voorbaat een eventuele beschuldiging van kastegeest, die mij
verre is0 Als het onderwijs maar degelijk is, laat het mij vol
maakt onverschillig, door wien het wordt gegeven. Dit neemt niet
weg, dat, indien het onderwijs wordt gegeven door een ervaren
landmeter9 dit toch wel de beste waarborgen moet geven, behalve
ten aanzien van de paedagogische bekwaamheid, die uiteraard aan
geen beroep of graad gebonden is.
Men betreurt het ondeugdelijk middelbaar onderwijs in het
landmeten des te meer, indien men er van overtuigd is, zoals ik,
dat juist het landmeten ZO (n bijzonder aardig vak: is om jongelui
enige practische bekwaamheid en eenvoudige theoretische kennis
bij te brengen. "De dag, waarop wij practisch landmeten hadden,
vonden wij de prettigste dag van de hele week" zei een der gewe
zen M.T.S. 1 ers tijdens bovengenoemd onderzoek. Deze uitspraak zal
iedere ware landmeter kunnen 'begrijpen.
Is het nu werkelijk onmogelijk te bereiken, dat het landmeten
aan alle M»T„S.en behoorlijk wordt onderwezen? Men zou geneigd
zijn deze vraag bevestigend te beantwoorden, als men leest (Tijd
schrift voor K0en L. 1931 blZol63)s dat een invloedrijke persoon
lijkheid als ProfcSchermerhorn reeds in 1931 zich als volgt uit
liet: "Zowel van personen, die bij mij in dienst kwamen als van
de studenten in Delft, die een einddiploma M0T.S. bezaten heb
ik ongeveer de methodiek van het landmeten kunnen leren, zoals
dat daar gedoceerd wordt. Sn ik moet het helaas betreuren,, dat
deze jonge mensen, die in de technische wereld het meeste prac
tische landmeetkundige werk hebben te doen, in hun werkwijzen
een zo vreemdsoortig beeld vertoonden. Een gelukkige uitzonde
ring maakte een jongemandie les had aan een school, die zo
klein was dat een landmeter van het Kadaster daar les kon geven
als nevenbetrekking. Jammer genoeg voor het landmeten is die
school thans gesloten, langs deze weg zou mui. reeds enorm veel
te bereiken zijn".
Toch wil ik zo optimistisch zijn, nog aan de mogelijkheid van
verbetering te geloven. Op grond van art.4 van de statuten der
N.LoFo.waarin als een der doeleinden wordt genoemd "het bevorde
ren van het landmeetkundig onderwijs in de uitgebreidste zin"
meen ik te mogen verwachtenv dat ook de Federatie als zodanig
grote belangstelling voor dit onderwerp heeft en haar invloed zal
willen doen gelden waar zulks mogelijk is.
Het komt mij wenselijk voor, dat de N0LoF0 een grondig onder
zoek instelt naar de behoefte aan personeel met een minder brede
landmeetkundige scholing dan de eiviel-landmeter genietnaar
het bestaande middelbaar onderwijs in landmeten en waterpassen*
zoals dit wordt gegeven aan M.Ï.S.'en en instellingen als het
PoBoNoA.snaar reeds bestaande speciale opleidingen* zoals die
voor tekenaar en metend tekenaar van het Kadaster, en naar de
regeling der onderwijsbevoegdheden9 om daarna met deugdelijk ge
argumenteerde voorstellen tot verbetering zich tot de bevoegde