ÏFS
sg - U2| - wj 4>
BIJLAGE H. Orgaan no..5. 1<U1. Ie EXAMEN TEKENAAR VAN HET KADASTER.
SCHRIJVEN (15 minuten)
Schrijf in Uiw gewoon handschrift en vervolgens in schoonschrift:
Geschiedenis is de geestelijke vorm, waarin een cultuur zich rekenschap geeft van
haar verleden. ProfJ.HUIZINGA.
NEDERLANDS (l£ uur)
Maak een opstel over één der volgende onderwerpen:
1. Wandelsport 4; Ken U zelf!
2. Hoe men zioh in een kleine plaats amuseert. 5. Kinderleed.
3. Straatmuzikanten. 6. De betekenis van de boerenstand.
REKENEN (li uur)
f ®18 u28" ls4 t')
j( 0,27*64* - 0,230030 X C 20
454,5
2. Op een terrein moet een sleuf gegraven worden, die 70 arbeiders gedurende 30 dagen werk
geeft. Na 3 dagen worden 10 arbeiders ontslagen, terwijl de rest nu nog 21 dagen te werken
heeft.
Welke wijziging moest daarvoor in de opdracht wat de diepte betreft aangebracht worden,
die oorspronkelijk op 2 meter was bepaald?
3. Van welke evenredigheid is het verschil van de termen der tweede reden 26, het product
van de voorgaande termen 3744 en het product van alle termen 6230016?
4. Bewijs, dat het product van vier op elkander volgende even getallen deelbaar is door 384.
Bepaal het grootste getal, dat zeker deelbaar is op het product van vijf op elkander vol
gende even getallen.
STELKUNDE (li uur)
o 2 2 2
1. Schrijf a* d b e ale een som van twee tweedemachten.
2. Herleid tot de eenvoudigste gedaante:
i w 1x b+ -1
<»-?><.♦-) j- 1 j
a b a2 b2
1
aïï
3. Los X op uit:
2 - 2x x2 - 5x 4- x2 2x - 8 x2 x - 12
l2 - 3x 2 x2 - 6x 8 x2 x - 12 x2 - 16
4c Twee lichamen A en B hebben een onderlinge afstand van a meter. Vertrekt A t seconden
vóór B dan ontmoeten ze elkaar p seconden, nadat B vertrekt: vertrekt B r seconden vóór A,
dan heeft de ontmoeting plaats q seconden nadat A vertrekt.
Wat is de snelheid van beide lichamen?
MSBTKUHDE (2 uur)
1. Laat men uit een willekeurig punt van een cirkelomtrek loodlijnen neer op de zijden van een
ingeschreven driehoek, dan liggen de voetpunten dier loodlijnen in een rechte lijn.
2. Is I het middelpunt van de ingeschreven cirkel van driehoek ABC, Ia dat van de aangeschre
ven cirkel, die BC raakt, dan is AI x Ala AB x AC.
3. Van twee elkaar snijdende cirkels zijn de stralen respectievelijk R 13 en r 7. De
afstand der middelpunten is 10.
Bereken de lengte der gemeenschappelijke koorde en van de stukken, waarin deze de middel
lijn van de grootste1 cirkel verdeelt.
4. Gegeven zijn een cirkel met middelpunt M en een punt P buiten die cirkel.
Bepaal op de lijn PM een punt Q, zó gelegendat PQ, gelijk is aan de raaklijn uit <1 aan de
cirkel.
-
X'
