12
T0HU te Delft en vond daar een volledige ontplooiing.
Bij het Kadaster werd het instituut van veldassistenten in de
organisatie opgenomen, werd een tijdelijke cursus voor tekenaars
geopend en werd de Dienst voor B0L*W0 in het leven geroepen
De Cultuurtechnische Dienst ontwikkelde een programma van
ruilverkavelingen9 dat gedurende een reeks van jaren landmeet
kundig werk zal verschaffenc
De gemeente Rotterdam en de provincie Noord-Brabant vormden
eigen landmeetkundige diensten; van twee grote openbare diensten
is mij bekend, dat zij hiertoe binnenkort over zullen gaanc
De Meetkundige Dienst van de R0WC ontwikkelde zich in sterke
mate niet het minst op het gebied van de luchtfotogrammetrie
Enkele civiel-landmeters openden particuliere bureaux* waar
voor zij, als buitengewoon landmeter van het Kadaster, kadastra
le bevoegdheden verwierven.
De groeiende geneigdheid tot samenwerking vond een overkoepe
ling in de oprichting van de Nederlandse Landmeetkundige Federatie,
Heeft met deze algemene ontwikkeling de vorming van het beno
digde personeel gelijke tred gehouden?
T0a„v„ de academisch gevormden kan deze vraag 'bevestigend wor
den beantwoord; wat betreft het lagere technische personeel luidt
het antwoord zonder voorbehoud ontkennende
Een examen als in 8 33 en *34 bepleit, wordt niet afgenomen en
afgezien van de speciale cursussenwaarmede het Kadaster de
laatste tijd in zijn interne personeelsbehoeften voorziet, kan
men vaststellendat voor de overige landmeetkundige instellingen
geen enkele officieel erkende bron aanwezig isP waaruit kan wor
den geput bij de aanstelling van lager personeel0
Gewoonlijk is het zo, dat iedere nieuwe instelling zich van
personeel voorziet ten koste van een reeds bestaande, waardoor
deze laatste een aanzienlijk kapitaal aan geïnvesteerde kosten
voor opleiding en ontwikkeling voor zichzelf verloren ziet gaan.
Dat dit kapitaal grotendeels te algemenen nutte beschikbaar
blijft, verhindert niet, dat dergelijke mutaties een storende
invloed hebben op de bestaande formaties.
Weliswaar komt het landmeten en waterpassen voor op het les
rooster van menige McToS0?maar het heeft hier nui< te veel het
karakter van hulpvak bij de overige technische vakkenP waarmede
het in contact staat0 In elk geval mankeert bij dit onderwijs de
praktische oefening, welke voor een algemeen bruikbaren meet-
technicus de praemisse behoort te zijn.
In sterkere mate geldt dit voor particuliere institutenvwelke
dit vak in schriftelijke cursussen aan den man trachten te bren
gen. Het een noch het ander levert een brevet van bekwaamheid op
dat den bezitter tot een vakman stempeltc
Voor een doelbewuste, goed georganiseerde opleiding ontbreekt
de meeste instellingen gewoonlijk de gelegenheid, zodat de be-