14 dienst te nemenDe oplossing is, dat zij zich voorzien van la- rer personeel van meer can gewone be-cwaamheid, of dat zij zich, tezamen met anderen, van de adyiezen van een competente kracht verzekeren Aan welke eisen een opleiding, als hier bedoeld, in details zal moeten voldoen, is voor het ogenblik niet belangrijk. Hoofdzaak dat ce theorie afgestemd v/ordt op het gev/one alledaagsv rerk, dat aan de praktische oefeningen een zeer ruime, zo niet v revende plaats wordt gegeven en dat een examen onder overheidstoezicht de eindstreep van de opleiding vormt. ken centraal opleidinrsinstituut zou m«i. mogelijk zijn, doch het zou roede een stap in de goede richting zijn, v/anneer de be sta ie eer sussen aan de K,Tr welke voor de gev/one M.T.S.'ere uiirvw :>7igd zouden kunnen voortbestaan, werden uitgebreid tot eert vol sla:; 3 n leergang met een programma voor intensieve beoefening van hei praktische meten en met enkele lesuren voor Kadaster en j uchtiotograrnmetrie'Ten behoeve van de toekomstige meettechnici zou op deze wijze met een minimum aan onkosten een volledige cursus kunnen ontstaan Tot slot more ook de verhouding meettecinicus-tekenaar in deze beschouwing worden betrokken., Het komt mij voor, dat de s'ronge splitsing, v/elke bij de meeste organisaties tussen deze beide categorieën in startd wordt gehouden, niet in het belang van het werk is. Het volledige gebrek aan terreinkennis is niet bevorder lijk voor een juiste en vlotte interpretatie van het veldv/erkv bovendien geeft het aanleiding tot critiek op de inrichting der metingen.welke soms - wellicht teg.v. een soort "jalousie de métier' - kan ontaarden in een zekere muggenzifterij. Omgekeerd is de meettectnicus zich niet altijd voldoende be wust van de eisen,welke ~e kaartering aan een meting stelt, zodat een te veel of een te weinig het resultaat van deze laatste be heerst IIiet alleen zouden deze nadelen ondervangen kunnen worden wan neer beide categorieën dezelfde opleiding ontvingen, doch voor de bureaux zcii dit het grote voordeel kunnen opleveren, dat - al- naar de behoefte van het ogenblik - een tekenaar zou kunnen wor den uitgezonden om te meten, een meettechnicus aan de kaartering (bij voorkeur van zijn eigen meting) zou kunnen worden tewerk gesteld. Verlet wegens onwerkbaar weer, zoals in de laatste win ters bij de Meetkundige Dienst van de EWgedurende vele weken achtereen is voorgekomen, zou dan tot een minimum zijn terug te brengen. Voer kleine diensten (gemeenten) en particuliere bureaux zie ik hierin zeer veel perspectief. Om dit te bereiken is slechts nodig, dat op de bovenbedoel de cursus het kaarttekenen wordt in gevoerd met zeer veel praktische oefeningen, waarmede dan tevens

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1941 | | pagina 15