het kadastraal tekenen.
Voor op- en aanmerkingen houd ik mij steeds gaarne aanbevolen,
Als slot van deze korte beschouwing zij nog vermeld, dat het uit
voeren van metingen in de kaart, met de daarbij voorkomende moei
lijkheden, in het aangehaalde werk van ProfDreVening Meinesz
aangeduid wordt met de naam: HKartometrie0
Ook hiervan ziet men bij het kadaster speciale toepassingen,
b.v. grafische en halfgrafische grootte-bepalingen. In F.Harkink
"Eenvoudige landmeetkundige berekeningen", Rotterdam 1939, vindt
men in hoofdstuk III C de behandeling* voor zover dit onze dienst
betreft o
Den Haag, December 1941. JosBongaerts
(voetnoot):
Sedert het gebruik der uitkomsten van de Rijksdriehoeksmeting
voor de bepaling en berekening van driehoeks - polygoon - en
meetpunten voor de samenstelling van kadastrale kaarten, kan men
zeggen, dat deze punten, bij wijze van interpolatie tussen de
RD-punten, automatisch worden geprojecteerd in het vlak der
stereografische kaartprojectie. Met de oude kadastrale kaarten
is dit niet het geval geweest. Per gemeente opgemaakt, hebben
deze ook per gemeente een eigen noordrichting en een eigen kaart-
vlak, dat te beschouwen is als klein deel van het aardoppervlak
en dat zelfstandig als plat vlak is behandeld. Dit geldt ook voor
kaarten van oude hermetingen, voorzover daarbij geen gebruik werd
gemaakt van de uitkomsten der R.D. Het is mogelijk de coördinaten
van punten, behorende tot een stelsel, dat gelegen is in een an
der plat vlak (projectie-vlak) dan dat der Rijksdriehoeksmeting
om te rekenen in het stelsel en vlak der RcDe De beide projectie-
vlakken vormen dan een bepaalde standhoek met elkaar. De resul
taten hangen af van het beschikken over voldoende en bruikbare
gegevens. Deze omrekening wordt bij het kadaster niet vaak toe
gepast. Punten, die lang geleden in een ander stelsel dan dat
der R.D.-berekend werden, moeten destijds met voldoende nauwkeu
righeid bepaald, berekend en waar nodig verzekerd zijn. De nog
bestaande, vroeger aangebrachte, verzekeringen moeten nog nauw
keurig de oorspronkelijke plaats van de punten aangeven enz.
Deze en andere moeilijkheden, die meestal niet geheel ondervan
gen worden, vormen vaak beletselen, die het weinig toepassen van
deze omrekeningsmethode tot gevolg hebben.
ONDERZOEK VAH TEKENAARS IN OPLEIDING VOOR VELDWERKZAAMHBDEN0
Van het Departement ontvingen we, ter publicatie in ons Orgaan
het hiernavolgend uittreksel uit het verslag van de Commissie,
v/elke belast is geweest met het afnemen van het in 1941 gehouden
onderzoek van tekenaars, in opleiding tot het verrichten van een
voudige opmetingen. De in dit verslag genoemde bijlagen 2 (detail
10