16 Mei 1940s enkele steden zwaar getroffen zijn en belangrijke delen verwoest zijnc Het archief» de kaarten» veldwerken, bere keningen en overige voor de dienst belangrijke gegevens zijn ver loren gegaan, Het spreekt vanzelfdat er op landmeetkundig ge bied heel wat te doen valt, Niet alleen voor het Kadaster, echter eveneens voor de gemeentelijke landmeetkundige diensten»! Ais gevolg hiervan was personeelsuitbreiding noodzakelijke Bij voorkeur wilde men middelbare technici in dienst nemen» die een zodanige opleiding genoten hadden» dat zij direct voor het ter- re inwerk 9 detailmeten» gebruikt konden wordenc Bit bleek echter geen eenvoudige zaak te zijn, Evenals de heren Harkink en For tuin komt hij dan tot de conclusie» dat dit voor een groot deel geweten moet worden aan het slechte onderwijs in het landmeten en waterpassen aan de M0T0Sc-en» waarna hij besluit met het opperen van mogelijkheden tot verbetering van dat onderwijs* Alvorens op deze rapporten enig commentaar te leveren» willen we nog mededelen» dat voornoemde Commissie IV na de gehouden be sprekingen van mening was» dat het gewenst is» een onderzoek te doen instellen naar de problemen» welke in de ingediende rappor ten zijn behandeld en zij stelde op de plenaire zitting van het Congres voor» een commissie met dit onderzoek te belasten0 Blijkens een mededeling, opgenomen in het Tijdschrift voor Kadaster en landmeetkunde» heeft het Hoofdbestuur van de N0L„F0 het volgende besluit genomens De NoL^Fo zal overgaan tot de instelling van een examen voor assisterend landmeetkundig personeel. Er zal een commissie ge vormd worden om de Federatie van voorlichting hieromtrent te dienen» zodat op het eerstvolgend congres een beslissing kan wor den genomen omtrent de inhoud van het examenprogramma» de even tuele eisen van vooropleiding» het uit te reiken diploma en de titel» en de organisatie van het examen. Voor deze commissie zullen als leden worden uitgenodigd de heren JtGc Fortuin» F, HarkinkW0Fo Stoorvogel en H,A0 Brouwer0 Zoals de heer Harkink in zijn rapport zeer terecht opmerkt» moet allereerst onderscheid gemaakt worden tussen technicif die buiten hun civiel-technieohe kennis» ook over ds nodige kennis van het landmeten en waterpassen moeten kunnen beschikken (b0v0 technische ambtenaren bij gemeentel!jke diensten) en personeel» dat zich uitsluitendon landmeetkundig gebied beweegt (tekenaars en metende tekenaars van het Kadaster» landmeetkundigen bij de Rijkswaterstaat en sommige grote gemeenten)* We hebben de overtuiging» dat het nuttig effect van h-Jt door de N0L0F0 in te stellen examen beperkt zal blijven tot de technici,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1942 | | pagina 17