14 personeel van de belastingdienst, wordt medegedeeld, dat voor de onderdelen van de wiskunde een kennis wordt geëist, overeenkomende met die, welke voor het MULO-B diploma wordt gevorderd. Het stel len van deze eis is in het belang van de candidaten. Zij weten te voren aan welke eisen zij minstens hebben te voldoen. Thans nog een enkel woord over de opleiding. Elders in dit or gaan hebben we een artikel van den Heer Heezemans, hoofd van het bureau van de landmeetkundige dienst te Breda, overgenomen uit het Huishoudelijk Orgaan van de Vereniging voor Kadaster en Landmeet kunde De schrijver doet een lofwaardige poging om de recrutering en de opleiding van tekenaars in goede banen te leiden. Uit zijn be schouwingen blijkt, dat hij zich voor wat betreft de recrutering nagenoeg op hetzelfde standpunt plaatst als wij. Met de door den schrijver geschetste polei ding zijn we het niet geheel eens, om dat we daardoor ongeveer dezelfde toestanden krijgen als die, welke vóór de instelling van de gecentraliseerde cursus bestonden. Daor de voor het eerste examen geslaagde adspirant-tekenaars direct enige jaren aan bureaux van de landmeetkundige dienst te plaatsen, zullen sdj noodwendig opgeleid moeten worden in het tekenen, schrijven, kaarteren enz. Wederom krijgen we dan een groot aantal (goede en slechte!) opleiders, zodat dé ene adspi- rant-tekenaar tot een waar calligraaf wordt opgeleid en de andere aan zijn lot wordt overgelaten. Bovendien dan weer het grote be zwaar van de tijd, die aan iederen candidaat afzonderlijk moet worden besteed. Na aldus een semi-opleiding tot tekenaar te heb ben genoten, gaat men de adspirant-tekenaars aan het Centraal Op leidingsbureau plaatsen, om daar weer0 maar nu gecentraliseerd, onderwijs te ontvangen in tekenen, schrijven, kaarteren, enz. Men zal hopelijk aanvoelen, dat dit neerkomt op het paard achter de wagen spannen. De beste oplossing is naar onze mening: de tegenwoordige op leiding tot het tweede examen in twee gedeelten te doen plaats vinden: a. onderwijs in tekenen, schrijven, kaarteren, enz, b. onderwijs in de overige vakken. Na de opleiding onder a worden de adspiranten gedurende l£ jaar practisch werkzaam gesteld aan het Centraal Tekenbureau voor het verrichten van eenvoudig werk en enige tijd gedeta cheerd bij een kadastrale boekhouding, waarna de verdere oplei ding, onder b. genoemd, volgt. Reeds meerdere malen is de klacht geuit, dat de duur van de opleiding tot tekenaar te kort is. De opleiding had meer de vorm van een stoomcursus. Met de door ons geschetste opleiding wordt een rustiger sfeer geschapen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1942 | | pagina 15