4
Wanneer men op papier letters, nummers of bijpijlingen tekent,
drukt men met de vrije linkerhand, dichtbij de plaats waar ge
tekend wordt, het papier goed plat en vlak tegen het tafelblad.
Om te voorkomen, dat de oppervlakte van het papier hierdoor
enigszins vettig zou kunnen worden, hanteert men daartoe met de
linkerhand een houder, gelijkend op een penhouder, die in plaats
van een schrijfpen een tweemaal rechthoekig omgebogen draad bevat
Het middelste en kortste stuk, ter lengte van cm, dient om
het tekenoppervlak aan te drukken. De twee andere, 4 cm lange en
evenwijdig lopende stukken draad zijn in de houder stevig beves
tigd. Het gebruik van deze drukhouder wordt bij tekenen op papier
vaak achterwege gelaten. Bij tekenen op film kan men dit instru
mentje niet ontberen. Een andere uitvoering die aan het doel be
antwoordt is natuurlijk mogelijk.
Een factor, van het grootste belang bij het tekenen op film,
is de te bezigen tekeninkt. De in de handel verkrijgbare koda-
trace tekeninkt dient vóór het gebruik goed geschud te worden.
De ondervinding heeft geleerd, dat men met zelf aangemengde inkt
uitstekend tekenwerk kan verkrijgen. Men neme in een wrijfbakje
(met goed sluitend glazen dekseltje) enige druppels watervaste
0.1. inkt. Hierin wordt een hoeveelheid zwarte plakkaatverf opge
lost. Vervolgens voegt men nog enige druppels kodatrace-inkt toe
en roere dit mengsel goed door. Het oplossen van de plakkaatverf
gaat zeer gemakkelijk. De hoeveelheid moet in den beginne proef
ondervindelijk vastgesteld worden. Te veel plakkaatverf maakt de
inkt te dik„ zodat hij niet meer uit de pen vloeit.
Sommigen voelen er voor een weinig suiker op te lossen in de
inkt om daardoor een groter aanhechtingsvermogen te verkrijgen.
Ook bezigt men ossegal in het inktmengsel ter bevordering van het
langer vloeibaar blijven en om barsten en afbladderen tegen te gaan.
Hiertoe wordt ook wel azijn aangewend. Men zij evenwel voorzichtig
met dergelijke toepassingen zonder voorafgaand grondig experimen
teren. Het bovengenoemde inktmengsel voldoet goed. Hapert er bij
het tekenen iets aan de inkt, dan heeft men meestal te veel (of
te weinig) zwarte plakkaatverf toegevoegd. Men bedenke, dat de
inkt niet watervast is. Zolang de tekening niet bespoten is met
nitro cellulose lak, mag men het tekenwerk slechts met droge
handen aanraken.
s-GravenhageJuli 1942. Jos. Bongaerts.
Gaarne breng ik dank aan enige technici buiten het
Kadaster, die belangeloos een aantal raadgevingen
verstrekten, welke in het bovenstaande zijn opge
nomen, nadat de deugdelijkheid daarvan - reeds aan
genomen op hun gezag - ook nog door proefneming was
bewezen
B.