5
REORGANISATIE!
(1) Wegens de grote toeneming van het aantal ruilverkavelingen
zal binnenkort het personeel van de landraeetkundige dienst, dat
aan de ruilverkavelingsbureaux is verbonden, belangrijk worden
uitgebreid met landmeters, veldassistenten en tekenaars."
Zo luidt de aanhef van de aanschrijving d.d. 7 Januari 1939,
afd. Organisatie en Personeel van de Belastingdienst no. 89,
waarvan we hier de voornaamste punten zullen herhalen (onder
strepingen van ons. Red.)
"Daardoor zullen leemten ontstaan in de formatie, welke met
de gewone dienst en met bijzondere opdrachten is belast. Om deze
leemten aan te vullen zullen spoedig een 25-tal tekenaars gedu
rende 2 jaren tot veldassistent worden opgeleid, terwijl ongeveer
40 leerling-tekenaars aan een gecentraliseerde cursus, welke een
jaar zal duren, voor het vakexamen zullen worden bekwaamd. Na
afloop van dat jaar zullen andermaal e-en aantal leerling-teke
naars op dezelfde manier worden opgeleid, zodat na verloop van
twee jaren de formatie wederom voldoende zal zijn om zowel hulp
bij ruilverkavelingen te verlenen als de normale kadastrale taak
te verrichten."
Hieraan is ook inderdaad de hand gehouden. De 25 tekenaars
werden 1 Augustus 1939 in opleiding genomen en 20 hunner m.i.v.
1 Januari 1942 als "veldassistent" in het genot van de toelage
gesteld. Het tekenaarscorps is sinds 1939 met 60 tekenaars aan
gevuld, terwijl er momenteel nog een 27-tal ambtenaren aan de
cursus in Den Haag in opleiding zijn. Jammer mag het echter
genoemd worden, dat men niet in even sterke mate is doorgegaan
met de opleiding van tekenaars voor het verrichten van veldwerk-
zaamheden
Bepalen we ons thans weer tot de bewuste aanschrijving.
"(2) Inmiddels is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat
binnenkort nog andere cultuurtechnische werkzaamheden, welke
eveneens tot terreinsveranderingen leiden, en waarbij eveneens
van stonde af aan de hulp van een landmeter nodig is, op vrij
grote schaal worden ondernomen. Aangezien met de hiervóór
geschetste personeelsvoorziening voorlopig een maximum is
bereiktis het dringend noodzakelijk, dat er naar wordt ge
streefd de behandeling van de gewone dienst en van de bijzondere
opdrachten normaal te doen verlopen.
(3) Dit resultaat zal moeten worden bereikt door verhoging
van de arbeidsprestaties van de landmeetkundige dienst. Daartoe
doe ik een beroep op de medewerking van alle ambtenaren."
In de punten 4 en 5 van deze aanschrijving worden de ons
bekende maatregelen aangegeven waardoor men meende tot de
gewenste verhoging der arbeidsprestatie te kunnen komen. In