Maart 1934 over hetzelfde onderwerp voor het bestuur der Vereeni- ging voor K. en L. werd opgemaakt en dat op blz. 79 e vvan het ijdschrift voor K. en L. 50ste jaargang, is opgenomen. Bleek e nerzijds de visie van de toenmalige commissie niet ongewijzigd gehandhaafd te kunnen worden, hetgeen vooral het examenprogramma betreft, aan den anderen kant waren weinig nieuwe gezichtspunten te openen, zoo weinig zelfs, dat het soms moeite kostte, den schijn te vermijden, dat het onderwerp was doodgepraat. Hoewel de commissie zich niet de moeilijkheden ontveinst, welke bij het houden van een examen uit de huidige omstandigheden zullen voortvloeien, heeft zij daarmede bij haar besprekingen geen rekening gehouden, in de hoop, dat het examen spoedig in normalere omstandigneden zal kunnen worden afgenomen en in de verwachting, da:. de examencommissie tot zoolang een oplossing voor de moeilijk- heden zal weten te vinden. )e commissie heeft de eer hierna het resultaat van haar onder zoek, dat ten deele letterlijk aan het hierbovengenoemde rapport is ontleend, mede te deelen. 3» Titulatuur. Van de punten, welke der commissie ter behandeling zijn opge geven, is dat betreffende benaming van de gediplomeerden minder eenvoudig dan men geneigd is te meenen. Aangezien de commissie vh oordeel is, dat deze titel op den duur burgerrecht behoort te verkrijgen, is het wenschelijk, dat hij dadelijk in een vorm w.rdt gegotenwelke bevorderlijk is aan een gemakkelijk en algemeen gebruik» Zulk een titel zal daarvoor moeten voldoen aan verschillende eischen: le. hij moet den werkkring van den titularis zoo beknopt, doch tevens zoo duidelijk en exclusief mogelijk aanduiden; 2e. hij moet den titularis behoorlijk onderscheiden van andere personen van soortgelijke maatschappelijke en intellectueele positie, zonder hem daarvan geheel te verwijderen; 3e. hij mag zich niet leenen voor verminking, waardoor vereenzel- ving of verwarring zou ontstaan met titels, die door een lang durig gebruik hun stempel reeds op bepaalde kringen hebben gedrukt De commissie heeft zich rekenschap gegeven van de titulatuur, welke op dit gebied reeds in gebruik is, en vindt daarvan het volgende 1- De bij het Kadaster gebruikelijke benaming van tf veldassi stentu is als samenstelling taalkundig onjuist en ontbeert iedere karakteristiek betreffende den ambtenaar en zijn functie. Beter voldoet, wat dat betreft, de titel 2- "landmeetkundig ambtenaar" van den Meetkundigen Dienst R J» welke echter het bezwaar heeft, alleen bruikbaar te zijn in een ambtelijke organisatie. Sen soortgelijk bezwaar kleeft aan den titel 5- ^assistent-landmeter" t bij vele Cultuurmaatschappijen gebruike lijk, welke wijst op een assisteerende samenwerking met een "landmeter"welke niet van alle gediplomeerden kan worden

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1942 | | pagina 4