uit de genoemde verklaring moet blijken, dat het werk door den
candidaat persoonlijk is uitgevoerd;
c. het examengeld moet bij den penningmeester van de N.L.F. zijn
gestort
De commissie is van meening voorloopig geen verdere eischen te
moeten stellen, om de deelnemers aan de eerste examens niet te
dupeeren. Na verloop van tijd, bijv. voor het derde examen, kan
een bepaalde schoolopleiding (bijv. Mulo-B of 3-jarige H.B.S.)
als voorwaarde van toelating worden gesteld.
Niet tot het examen zullen worden toegelaten zij, die reeds
tweemaal zender gunstig gevolg hetzelfde examen hebben afgelegd.
(De candidaten van het examen voor landmeetkundig rekenaar
zouden slechts aan de onder a. en _c genoemde eischen behoeven te
voldoen
6Organisatie van het examen.
Ook bij de besprekingen van dit onderdeel van haar opdracht
heeft de commissie zich in hoofdzaak bepaald tot een critische
beschouwing van hetgeen daaromtrent in het Rapport van 1934 werd
voorgesteld. Opnieuw kwam zij tot het inzicht, dat - ten einde de
noodzakelijke kosten van het examen zoo laag mogelijk te houden -
het examen zooveel mogelijk gedecentraliseerd zal moeten worden.
Zij maakt derhalve de uitspraak van de vorige commissie tot de
hare, dat slechts dat deel van het examen, waarbij meetarbeiders
en instrumenten te pas komen, voor alle candidaten in dezelfde
plaats (wij denken aan s-G-ravenhageafgenomen behoeft te wo.rden
en dat de rest door iederen candidaat schriftelijk afgelegd kan
worden onder toezicht van een deskundige (bijv. een lid van een
der aan de N.L.F. aangesloten Vereenigingenwiens woonplaats
zoo dicht mogelijk bij de woonplaats van den candidaat ligt en
die zich daarvoor beschikbaar wil stellen, mits hij niet bij de
opleiding van den candidaat geïnteresseerd was. Dit schriftelijk
examen zou door alle candidaten op denzelfden dag afgelegd moeten
worden; de zegels van de enveloppen, waarin de opgaven aan den
toezichthoudenden deskundige zijn gezonden, zouden door dezen in
tegenwoordigheid van den examinandus verbroken moeten worden;
de toezichthoudende deskundige en de candidaat zouden een verkla
ring moeten teekenen, dat aan verschillende eischen (tijdsduur
voor elk vak, toezicht, enz.) is voldaan.
In verband hiermede is het wenschelijk, dat de examencommissie
de ingekomen aanvragen tot toelating onderzoekt en indeelt en
naar gelang daarvan de plaatsen vaststelt, waar het eerste gedeel
te zal worden afgekomen, waarna te dier plaatse deskundigen zullen
moeten worden aangezocht, om zich met het toezicht gedurende het
examen te belasten. Uit den aard der zaak is het wenschelijk, dat
deze deskundigen de beschikking over voldoende localiteit hebben.
Voor den duur der beide gedeelten van het examen moge worden ver
wezen naar bijlage I.