in 1936, reeds in 1940 nagenoeg uitverkocht was, de uitgeefster- inzicht te bewerken. Hij wendde zich tot prof. Schermerhorn om In hun voorbericht vermelden de schrijvers dat, toen het leerboek "Landmeten en Waterpassen" door A. de Vos, verschenen zich in verband met den helaas te vroegen dood van den schrijver tot diens collega aan de M.T.S. te Amsterdam, Ir.H.J. van Steenis, wendde met het verzoek de voorbereiding van den tweeden druk van dit boek op zich te nemen. Ir. Van Steenis aanvaardde deze taak onder de voorwaarde, dat hij vrij zou zijn om het boek naar eigen diens oordeel over de wenschelijke inrichting ervan. Deze ver strekte toen de inhoudsopgave van het door hem in den loop der jaren ontwikkelde algemeene college voor het landmeten voor de studenten C 2, M 2 en L 1Uit het hierna volgend overleg ree© hij prof., Schermerhorn de gedachte, den omvang van het hoek zoo danig te doen worden, dat deze ver zou uitgaan hoven dien van de tot heden gebruikelijke leerboeken voor het middelbaar technisch onderwijs. Er zou slechts matige wijziging van het karakter noodig zijn om een boek te verkrijgen, dat ook voor een groot gedeelte de plaats van het bekende leerboek "Landmeten en Waterpassen" van prof. Schols, dat reeds lang uit den handel is, zou kunnen innemen. Na overeenstemming hierover tusschen beide schrijvers richtte de uitgeefster tot profSchermerhorn het verzoek, zijn medewerking aan sen thans geheel oorspronkelijk leerboek der landmeetkunde te geven, dat zoowel voor het middel baar als voor het hooger technisch onderwijs bruikbaar zou zijn, al zou dat niet meer in den vorm van een tweeden druk van het boek. van A. de Vos kunnen geschieden. Door het vermelden van de geschiedenis van het ontstaan van dit boek meenen de schrijvers echter recht te doen aan de nagedachtenis van Ade Vos, wiens werk zij, zij het dan ook in sterk gewijzigden vorm, hebben voort gezet We meenden deze voorgeschiedenis te moeten vermelden, omdat hierdoor het karakter van het boek is aangetoond. Aan een leerboek, dat voor verschillende doelen moet dienen, kleven verschillende bezwaren. Het voornaamste bezwaar lijkt ons, dat het moeilijk is een juiste grens te trekken tusschen datgene wat voor middelbaar gebrmik noodig is en wat niet. De practijk zal echter moeten uitwijzen, of deze bezwaren van doorslag- gevenden aard zullen zijn. Overigens kunnen we slechts onze diepe bewondering voor dit leerboek uitspreken. Voor een technische beoordeeling, waarvan we ons zullen onthouden, verwijzen we naar de zeer uitvoerige bespreking van prof.J.M« Tienstra in het Tijdschrift voor Kadas ter en Landmeetkunde van Juni 1942. Het boek is verd.ee ld in 6 deelen: A. Al g e me ene begrippen, onderdeelen en hulpmiddelen; B. HoogtemetingC. Situatie me tingt kaarteering en grootteberekeningD. Bepaling van den meetkun diger! grondslag; EG-e Ij]k tijdige meting van hoogte en situatie; F. Toepassing der landmeetkunde in het maatschappelijk leven.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1942 | | pagina 10